zondag 26 juli 2009

Rondje onbekend

Zaterdag ons laatste lange rit in eigen beheer. Voor mij een echt rondje onbekend. De andere mannen hadden dit vorig jaar al gereden, ik was toen met vakantie. Dacht dat er maximaal 10 man zouden zijn. Was dus wel verrast toen ik dertien man zag staan. Maar liefst 4 gastrijders. Was nog net op tijd en de laatste, maar je moet voor zo'n rit natuurlijk wel gesoigneerd aan de start komen.

Het smalle fietspadje van Steenbergen naar Dinteloord was weer klote. Zelfs nog een dikke tak bij iemand in de wielen. Tot hier ging alles nog prima, want de stevige wind gaf ons een duwtje in de rug. Vanaf het Hellegatsplein draaide we er meer tegenin. Ron op z'n favoriete positie, vooraan dus, bij het beklimmen van de brug. Zelfs zo'n getraind persoon kan het zwaar krijgen, dus halverwege wisselen. Was daardoor zelf de klos voor het laatste stuk. Over de Haringvliet bleek het toch wel zwaar geweest te zijn. De groep viel uiteen. Mooie gelegenheid voor Ron en Theo om de kleine Pieterman even te laten luchten. In de Hoekse Waard en op Voorne Putten was het constant tegen. Met windkracht 5 is dat een aardig lang stukje. Onze gastrijders weerden zich goed. Kees was een beetje ziek, zwak en misselijk, maar reed onvervaard aan kop. Nog even een mooi pontje. Was een riviertje van niks, maar stroomde goed. Jacco had een kaartje uit 2002 wat goed was geconserveerd. Mocht zowaar nog gebruikt worden. Na de pont reed Ron de enige lekke band.
Vlak daarna viel tegen de wind het verband uit de groep. Met een stevig tempo tegen de wind ging ook de rechtse rij vanaf de 2e positie vol in de waaier rijden. Dat ging achteraan natuurlijk verkeerd. Mas, Henri en Melanie kwamen in de problemen. Werd goed opgevangen, na wat gemopper en overleg gingen ze meedraaien om er in de tweede positie vanaf te gaan. Dat werkte dus wel.

Na de Haringvlietdam de stop in Stellendam. Goed terrasje Mas. Was vertederend om te zien hoe Pa en zoon Andriesse gezamelijk hun pannenkoekjes nuttigden.

Na de stop niet al te hard om nog iets over te houden voor het eind. Jacco wees ons nog even op het mooie Zuid-Holland. Volgens mij leek het meer op Zeeland als de omgeving van Rijnswoude. Op de Krammer vloog onze zieke Kees als vanouds omhoog. Dorst niet mee, schijt bij zo'n lange rit zowat in m'n broek voor krampverschijnselen. Eigen tempo dus, in m'n wiel Theo, een cobra en twee gastrijders. Voorbij de helft sprong een listige cobra me voorbij met de twee gastrijders in z'n wiel. Geen probleem want de benen waren nog soepel, dus even later werden de twee gastrijders weer opgepeuzeld. Na de Krabbenkreek zwaaide gastrijders Gaby en Paul af. Reden zelf, ik mag wel zeggen zeer sociaal, richting Smerdiek. Op het laatst nog een spurtje met Kees en Leon naar Smerdiek. In café Smerdiek stond de lieftallige bediening al te wachten.
Tot genoegen van Kees, die er spijt van had dat ie z'n leesbril niet bijhad. Maar goed dat Melanie al wist hoe we zijn, anders had ze nog rare gedachten gekregen. Was weer een geslaagd tochtje, nu weer gaan opladen voor de volgende tocht(en).

vrijdag 24 juli 2009

Zin en onzin over water

Mannen i.v.m. de ongetwijfeld zomerse temperaturen die ons te wachten staan, hierbij een artikel over water wat ik even heb geleased. Vorig jaar was ik zelf nog het slachtoffer van fout watermanagement toen ik na een voorbereidend ochtendritje in de hitte met Kees en Henk het lichaamsvocht iets te enthousiast aanvulde, met als gevolg dat ik 's-middags ziek, zwak en zo misselijk was.

Veel adviezen die in de media over het gebruik van water verschijnen zijn onzin.

- Drink liefst drie water per dag

De militairen in Uruzgan wordt aangeraden zo’n zeven liter water per dag te drinken, maar iemand die in een gematigd klimaat leeft en zich matig inspant heeft echt genoeg aan anderhalve liter per dag.

- Veel water drinken versnelt de afvoer van gevaarlijke stoffen
Water is inderdaad nodig voor de afvoer van afvalstoffen, maar genoeg is genoeg.

- Wie dorst heeft is eigenlijk al aan het uitdrogen
Dorst is een signaal van het lichaam dat u vocht nodig hebt, als u hierop reageert is het goed.

- Drinken tijdens de maaltijd spoelt de voedingsstoffen weg.
Wie drinkt tijdens het eten spoelt niets weg.

- Fruit kan water goed vervangen er zit immers ook veel vocht in.
Om aan de benodigde hoeveelheid vocht te komen zijn wel erg veel vruchten nodig.

- Teveel drinken vergroot de kans op het uitplassen van vitaminen.
Alleen een teveel aan vitaminen, b.v. door vitaminepillen plast u uit, of u nou veel of weinig drinkt.

- Bij koffie moet u extra water drinken
Van koffie moet u sneller plassen maar niet meer. Alcohol droogt wel uit, ook de hersenen. Drink veel water bij alcohol, dat scheelt de volgende dag met de kater.

In uitzonderlijke gevallen kan water gevaarlijk zijn. Vergiftiging kan optreden bij mensen die in korte tijd uitzonderlijk veel drinken. De snelle opname van water veroorzaakt een verdunning van het bloed. Daardoor ontstaan sterk verlaagde waarden van chloride, kalium en natrium. Spierkrampen, een verlaagde bloeddruk en flauwvallen kunnen de gevolgen zijn. Dit komt bijvoorbeeld voor bij patiënten met anorexia nervosa die wel vijf tot tien liter water per dag drinken om hun honger te onderdrukken en hulpverleners om de tuin te leiden.

Watervergifitiging kan zelfs de dood tot gevolg hebben. In 2007 overleed de 28-jarige Amerikaanse Jennifer Strange, moeder van drie kinderen, nadat ze had meegedaan aan een wedstrijd van een radiozender, hold your Wee for a Wii. Wie het meeste water kon drinken zonder te plassen zou een Nintendo Wii spelcomputer winnen. Strange won de wedstrijd, maar kreeg zware hoofdpijn en overleed bij thuiskomst.

dinsdag 14 juli 2009

Lavendel, honing en de Mont Ventoux

Het vakantiehuis zaterdag 4 juli geruild voor een hotel in Sault om in de omgeving ritjes te maken waaronder de beklimming van de kale berg. Vanaf bar Le Promenade kon men in de verte de grijzige top van de berg met het Observatoire zien liggen. Op de zondag al een ritje gemaakt in de buurt waar de lavendel- en honinggeur je tegemoet kwam en als eerste een klimmetje van 4 kilometer richting Gorges de la Nesque wat al lekker liep met denk ik max 4% stijging, bovenop Belvre de Castellaras (734m) begonnen aan de afdaling van ruim 19 km met gem. 2,3% waar je af en toe flink bij moest trappen om snelheid te houden maar dat gaat dan wel makkelijk natuurlijk.
Prachtige uitzichten hier met die steile afgronden. De routebeschrijving gekregen van de reisorganisatie deed ons na 67 km weer terug bij het hotel arriveren.
Op maandagmorgen onze 1e aanval op de Mont Ventoux, en dan niet gelijk het diepe in maar de rit vanuit Sault die min of meer bekend staat als de gemakkelijke kant waarvan 2/3 deel tot max 6% stijging. Onderweg nog aangemoedigd door een leuke Belgische dame die daar niet voor mij stond maar voor haar man en dochter die ook omhoog gingen en ik al gepasseerd was.Vanaf het Chalet Reynard ging het al iets minder met stijging rond de 8% met als uitschieter 11% aan de top. Snel windjack aan en even gewacht op Mélanie. Vanwege de wind waardoor je snel afkoelt weer snel naar beneden, bij Col des Tempêtes de ouders van Mélanie nog tegengekomen met de auto en een blikje cola binnen enkele minuten leeggedronken daar Mélanie stond te klappertanden van de kou. Met een max snelheid van 65 km per uur tot aan Chalet Reynard naar beneden en de afdaling naar Bedoin. Maar oei oei dat zag er niet goed uit, lopende en zwalkende fietsers kwamen we tegen tijdens de afdaling, waren dit gewoon toevallig wat mindere fietsers of ehhh was het echt zo zwaar, op woensdag zouden we het ook weten! 90 km gereden.
Dinsdags een ritje van 86 km en op woensdagmorgen voor de 2e keer uit de veren voor de Mont Ventoux vanuit Bedoin. Bij het ontbijt maar een sterke bak koffie genomen om de darmwerking op gang te brengen voor een extra gang naar het toilet, je neemt het tenslotte allemaal mee naar boven. Na een rondje van 41 km aangekomen in Bedoin en daar gingen we "zien elkaar boven weer". De eerste 5 km ging wel lekker maar dan, man man wat een kl... klim,stond gelijk achter van 20 op 26.


(Melanie ligt hier duidelijk op kop)

Deze beklimming wurgde me en bedacht dat ik zeker de 3e keer niet zou doen op de vrijdag, mits ik nog een 28 of een triple zou kunnen regelen, had ik maar zo'n ding net als Jacco. Fietste nu net als degenen die ik 's maandags tegen was gekomen, wat een ellende.
Bij het Chalet nog snel even een gelletje weggeslikt en weer omhoog en dan is 7,5% best lekker ipv 9%, maar wat een wind, bij elke bocht naar rechts de wind vol op je snufferd en sta je bijna stil, staan en zitten phoephoe, gelukkig ook af en toe een duwtje in de rug van de wind, het laatste stukje naar de top bijna omgewaaid, snel het jack aan want heel je lijf is doornat en op de wind was het maar 15 graden en dan is het kkkouuuud. Mélanie kwam bijna 10 minuten later aan waarbij wel vermeld moet worden dat zij op een 39x28 reed en de 28 pas op het laatste stuk had gebruikt, dan ik met m´n 34x26(had ik maar), mijn tijd van binnen de 2 uur net niet gehaald met 2 uur en 2 min. Naar beneden en bijna uit het zadel van de schrik doordat een straaljager vlak over de berg scheerde, tijdens de afdaling vaak flink in de remmen door de vele windstoten wat het link maakte. De afdaling naar Sault was een crime, slecht opgelapt en grof asfalt, hier komt men niet echt tot rust, 88 km gefietst.



Donderdag een fantasierondje gemaakt van 40 km.
Ondanks het afzien van woensdag toch voor de 3e keer de berg op en nu vanuit Malaucene, de klim begon na een rondje van 61 km waarin we ook al 13 km hadden geklommen. Halverwege de klim had ik het eigenlijk al gehad en snakte naar het einde, een Belgische meneer riep naar me
"nog even volhouden straks gaat het wat rapper"en inderdaad even later de spanning iets van de benen tot aan het Chalet Liotard en daarna was het weer afzien met snelheden van af en toe
6 km p/u. En dan zie je de top al maar wat duurt het dan nog lang, nog even uit wind gereden bij iemand op een fiets met zijtassen en een piemelverzet waardoor de fietser bijna stil stond, maar toch even rusten. Gehaald !!!!, mezelf beloofd voor dinsdagavond de fiets niet meer aan te raken, Mélanie opgewacht



en weer de Sault afdaling gemaakt, 108 km gefietst. Een vermoeiende maar zeker mooie fietsweek gehad zonder lekke banden en geen mechanische pech.

maandag 13 juli 2009

Fietsen in Frankrijk ook leuk

Terwijl de leden van Tandje Bij de Dammentocht rijden op 27 juni zit ik die zaterdagmiddag nog in de auto op weg richting Zuid Frankrijk, had er ook wel bij willen zijn maar berust me in de gedachte dat ik straks ook mooie ritten samen met Mélanie ga rijden in de zon. Op maandagmorgen het eerste ritje gepland alwaar we vroeg in de morgen gewekt werden door de tractor van de wijnboer en de krekels. Om 09:15 vertrokken wat eigenlijk al te heet was, namelijk 28 graden. Bij de eerste klim ging Mélanie me al voorbij maar daarna was het al bijna gebeurt met haar en kon ze amper meer aanklampen bij me, natuurlijk wel bovenop de hellingen gewacht die dit ritje van 5-9% waren. Waar mogelijk werd er in de schaduw gereden want de temperatuur ging naar de 35 graden wat het er niet gemakkelijker op maakte, het wegdek zweette bolletjes teer. Aangekomen op ons vakantieadres stond er 65 km op de teller en was de bidon inhoud van 1,25 l op wat achteraf wel meer had mogen zijn. Die week ook op woens-en vrijdag nog 60 en 104 km gefietst ter voorbereiding op de beklimmingen van de Mont Ventoux die op het programma stonden de week erna..

zondag 12 juli 2009

Waaiertje

Echt een mooie waaier zien ??

http://www.youtube.com/watch?v=rgCQS7fBMZ0

Waaierrijden

Als aanvulling op Jacco's weetjes heb ik een interessant stuk gevonden over het rijden van waaiers. De techniek van het waaierrijden staat hierin goed beschreven en zou voor ons zeer nuttig kunnen zijn. Hoe draai je bij een bepaalde windrichting, welke signalen gebruik je bij afgeven of als je achteraan wil blijven, hoe gedragen de sterkste renners zich aan de kop en de mindere goden van achter. Het is een lang stuk, maar bevat veel waardevolle informatie.

(bron: wieler tourclub Zeewolde)

Als de wind schuin van voren staat wordt het noodzakelijk in waaiers te gaan rijden om te voorkomen dat de helft van de groep er af waait. Hieronder een uitleg die ik vond op de website van IJSVU: IJsvereniging Utrecht.

Lees vooral het stuk over de dubbele waaier.
Vooral deze techniek blijkt erg onbekend en om die goed toe te kunnen passen is het noodzakelijk dat iedereen in de groep weet hoe het gaat. Als we allemaal weten hoe dat werkt dan kunnen we met dubbel zo grote groepen op smalle wegen en fietspaden "in de waaier" en zullen er veel minder mensen hoeven af te vallen.


Even wat basics. Uit welke hoek waait de wind? Op een lange rechte weg hoef je dat maar één keer te bepalen. Maar wat als het parcours erg bochtig is? De voorste rijder moet bij elke bocht opnieuw bepalen waar zij na de bocht moet rijden om de ploeggenoten zo veel mogelijk windvoordeel te geven. Een nuttige vuistregel is: je stuur met de bocht mee, maar minder scherp dan de bocht in de weg zelf. Stel: de wind komt van rechtsvoor, de voorste rijder rijdt dan uiteraard helemaal rechts van de weg. Er komt een haakse scherpe bocht naar rechts. Wat doet de voorste rijder? Die maakt ook een bocht naar rechts, maar minder scherp: zij laat zich als het ware een beetje de bocht uitzeilen zodat zij na de bocht zo veel mogelijk links op de weg rijdt. Na de haakse bocht komt de wind immers niet meer van rechtsvoor maar van linksvoor. In zeiltermen: je gaat door de wind, de voorste fietser (de boeg) zoekt de wind op.

De enkele waaier

Een aantal wielrenners rijdt schuin achter elkaar. Hoe meer de wind van voren komt hoe rechter ze achter elkaar rijden; hoe meer de wind van opzij komt hoe meer ze naast elkaar kruipen.De voorste fungeert als windbreker voor de anderen. Dat maakt het rijden op kop zwaar, zeker als je er een flinke snok aan geeft, Zodra je vindt dat je op kop genoeg gedaan hebt geef je het bekende sein met je elleboog, je geeft af, houdt in zodat de rest je kan passeren zonder dat ze hoeven te versnellen.

Zeker als de groep wat groter is moet je op kop bij zijwind (en dat is meestal het geval) op het uiterste randje van de weg (of weghelft als je te maken hebt met tegenliggers) gaan rijden zodat er voor de achterste van de groep ook nog ruimte is om schuin naast haar voorganger te rijden en zij niet -onbedoeld in dit geval- op het kantje gezet wordt. Als de wind recht van voren komt rij je wat verder uit de kant, de voorste zal, als zij zich laat zakken, ruimte moeten maken door iets opzij te sturen (op de openbare weg uiteraard naar rechts) zodat de volgende in een rechte lijn naar de koppositie fietst. Als de wind van opzij komt zakt de voorste in eerste instantie recht naar achteren, degene die overneemt stuurt geleidelijk naar de wind toe. Als -nieuwe- koprijder zoekt zij de wind op. Bij het verder naar achteren afzakken zorg je ervoor dat je dicht tegen de waaier aankruipt. Daarmee geef je extra windvoordeel aan de overige leden van de groep en zorg je ervoor dat het gat dat je moet overbruggen bij het weer aanpikken in het achterste wiel niet te groot wordt. Dat aanpikken is een kritiek moment: je komt -moe- van kop, zakt met teruglopende snelheid naar achteren en moet op tijd weer gas geven om het achterste wiel te pakken. In een goed op elkaar ingespeelde ploeg is dat geen probleem. Op kop zal op dat moment zeker niet versneld worden. Vaak wordt afgesproken dat de koprijder het tempo zelfs een fractie laat zakken totdat zij van achteren een seintje heeft gekregen. Dit gaat een heel klein beetje ten koste van de snelheid van de ploeg, maar er wordt veel (kostbare) energie gespaard.

Een enkele waaier is aan te bevelen als de groep erg heterogeen is. De sterkste doet dan het leeuwendeel van het kopwerk. Niet door harder te rijden, maar door langer op kop te blijven. De zwakste blijft in het laatste wiel (of wordt -in voorlaatste positie- geduwd, ook dat komt in de beste wielerkringen voor). Ook als er veel onrust veroorzakende ruisfactoren zijn, bijvoorbeeld bij de combinatie van een harde tegenwind met een bochtige weg (zodat de groep steeds door de wind moet) met veel ander verkeer en allerlei dubieuze veiligheidsbevorderende obstakels, heeft een enkele waaier mijn voorkeur.

De dubbele waaier

Hoe korter de overnames hoe meer het rijden het karakter krijgt van kop over kop: zodra je op kop komt word je alweer voorbij gereden door degene achter je. Dit gebeurt uiteraard vanzelf als je er voor kiest om niet hard door te trappen als je in de wind komt: er ontstaan dan twee rijen: aan de windkant een rij wielrenners die zich laten terugzakken en in hun luwte een rij die (door die luwte relatief makkelijk) naar voren schuift. Op een brede weg zonder overig verkeer kan dan een ideale dubbele waaier ontstaan, waarbij de voorste rijders van beide rijen het meest de wind opzoeken en alle overige rijders daar schuin achter en dus min of meer beschut rijden. In de praktijk van smalle wegen met veel overig verkeer kan dat niet: er rijden dan twee rijen paralel aan de wegrichting, de ene uiterst rechts, de andere links ervan. Komt de wind van links dan is de rechter rij de snelste, inhalende rij (dus tegen de verkeersregels in!); komt de wind van rechts dan haalt links rechts in. Dat laatste -met het oog op de verkeersveiligheid- uiteraard ook als de wind recht van voren komt (en het qua windbeschutting niet uitmaakt wie wie inhaalt). Het lastigste moment zit bij een dubbele waaier bij degene die van kop komend -met teruglopende snelheid- wordt ingehaald door zijn opvolger die met relatief hoge snelheid de kop overneemt. Het is dan zaak om goed in het wiel van die persoon (bij wie de snelheid even later overigens ook terug zal lopen) te kruipen. Als dat niet goed gebeurt valt er een gat in het ‘windscherm’ wat natuurlijk nadelig is voor de inhalende rij. Ook als een wielrenner met (te) sterke benen en een te groot ego (of een fietser, die er -per definitie- niet over nadenkt) op kop te lang hard door blijft fietsen is de kans groot dat een dergelijk gat ontstaat. De groep wordt dan aan flarden getrokken, de onderlinge cohesie verdwijnt, de machine gaat haperen en dankzij die ene druiloor zal de groep uiteindelijk minder goed presteren.

Een goed lopende dubbele waaier is een genot voor het oog maar vooral ook voor de benen! Het houdt de zaak levendig: je bent voortdurend bezig met inhalen en ingehaald te worden. Het is een carrousel van alsmaar om elkaar heen draaiende wielrenners. Maar die wielrenners moeten dan wel van ongeveer hetzelfde niveau zijn, want van iedereen wordt ongeveer hetzelfde vereist. De extra kwaliteiten van iemand die sterker is dan de rest kunnen niet optimaal benut worden (zo iemand moet ook gewoon meedraaien in de carrousel en de benen stilhouden zodra hij op kop komt), iemand die zwakker is dan gemiddeld kan niet meedraaien.

Rondjes overslaan

In de kroeg en in het peloton heel verstandig. Maar het moet wel echt nodig zijn. Als collega’s gaan denken dat je bezig bent hun bordje leeg te eten voordat je aan dat van jezelf begint dan maak je geen vrienden.

Als je merkt dat je moeite krijgt om mee te draaien besluit je in het laatste wiel te blijven hangen. Wil je daar optimaal profijt van hebben dan moet je jezelf goed positioneren zodat er geen (centi)meter teveel ruimte kan ontstaan tussen jouw voorwiel en het achterwiel van de voor jou invoegende collega, die jij tijdig en luid het sein TUSSEN geeft. In een dubbele waaier, waar onophoudelijk posities gewisseld worden, kan je dan wel blijven roepen. En je hebt al zo weinig lucht. Het is dan veel slimmer om één keer te roepen dat je niet (meer) meedraait. Door tijdig, dus voordat je je benen totaal verrot getrapt hebt, een paar beurten over te slaan kun je later (als je je zoveelste reservelade energie hebt weten open te trekken) misschien weer wel meedraaien en alsnog waardevol zijn voor de ploeg.


Beste beentjes

Drukte in Smerdiek. De boerenmarkt en 7-dorpentocht zorgen ervoor dat het gezellig druk is op de markt bij ons stamkroegje. We worden zelfs op de foto gezet door een fotografe die verslag doet van de wandeltocht. Voor een leuke dame wil ik natuurlijk altijd wat extra toelichting geven over ons clubje. Zie aan Mas dat ie zich ook graag van deze taak had gekweten.

Met negen man een redelijke opkomst en ook nog eens vol goede voornemens om letterlijk en figuurlijk het beste beentje voor te zetten. Jacco zet het eerste beentje en tracteert ons op een rondje Yerseke. Het is zowat niet te geloven, maar er zijn behoorlijk wat beste beentjes en er wordt inderdaad netjes gereden. Zelfs van de wind op de Oesterdam blijft het tempo keurig constant. Geen zeedijk, want Jacco verwacht troep door de dijkwerkzaamheden. Achter Waarde neemt Jacco een verkeerde afslag met als gevolg een extra lusje, en passant rijdt Theo ook z'n splinternieuwe band lek. Op de Postbrug rij ik met Kees wat te hard omhoog en valt er een gaatje. Boven wachten we netjes en het wordt oogluikend toegestaan. Op de Oesterdam gaat Kees ervandoor. We formeren ons in een waaier. Lek! Mas is de klos. Het is op dat punt nogal raak de laatste tijd. De wind is gedraaid naar Noord-West, tegen dus. We trekken lekker door, totdat Jacco patronen verliest. Zadeltasje stond nog open. Opnieuw opstarten in de waaier. We moeten toch echt nog eens de theorie van waaierrijden bespreken. Als de wind van links komt draai je linksom en niet rechtsom. Bij de Speelmanplaten komt Kees ons weer tegemoet. Kon al niet geloven dat ie ZO hard had gereden. We rijden door de polder gezamenlijk naar huis, De eindsprint begint dit keer echt pas na Scherpenisse. Het is gezellig druk in Café Smerdiek. We krijgen een compliment van Henri voor het nette rijden en spontaan krijgen we kransjes boven ons hoofd. Die koude versnapering en lekkere hapjes hebben we nu echt wel verdiend.

donderdag 9 juli 2009

Tumult

Na al het tumult van vorige week, waarbij zelfs wijze woorden uit het verre Turkije kwamen, was het weer tijd om een rondje te fietsen. De voornemens waren om heel rustig te fietsen en daarom drong ik er op aan om een rondje Oesterdam te doen. Geintje, evenals als laatste keer met Jacco, was de windrichting perfect voor een rondje dam.

Theo reed op een prachtig nieuw karretje, wat goed afstak bij de bruine benen. Deze werden helaas ontsierd door een lelijk litteken. Theo kan schijnbaar beter fietsen als snorkelen, als ie tenminste niet is gebeten door de badjuffrouw. Ron en Theo die houden van een rustige start werden op hun wenken bediend. Aan het eind van de dam werd het ritme even ontstoord. Henk reed over een scherpe kiezel lek en honderd meter na de herstart was Kees ook lek. Kost een vermogen aan patronen, maar de stemming bleef opperbest. Intussen was een snelle gastrijder aangesloten. Rijdt veel samen met Gaby. In het bos werd het voor Ron even wat moeilijker door het bochtenwerk, maar verder geen problemo. Terug tegen de wind nog even lekker tempo gereden, zodat iedereen weer met een voldaan gevoel thuiskwam. Als we zaterdag net zo sociaal rijden is er geen vuiltje aan de lucht.

zaterdag 4 juli 2009

Schamen

Vandaag was aangekondigd als de dag van de fiets in Tholen. Na veel vijven en zessen was besloten dat we hier als toerclub niet konden ontbreken. Witte Andriesse was de grote organisator hierachter en had twee prachtige ritten uitgezet, één voor de recreanten van 26 km en één voor de toerfietsers van 98 km. De grote groep toerfietsers was om één uur al gestart en omdat wij nu éénmaal hadden besloten om om half twee te starten werd gewacht op de laatste leden. Beetje lullig geheel, dat we ons op deze manier afzonderden van de rest, maar ok. Toch nog voor half twee gestart en daardoor twee gastrijders gemist, Gaby en Jacqueline. De route liep over Tholen naar Nieuw Vossemeer richting Steenbergen en de Heen, vandaaruit naar de stop in St. Philipsland waar we Jacqueline troffen. Zij had na een valpartij al afscheid genomen van Gaby, zodat ze met ons verder toog. De tweede helft van de rit werd gekenmerkt door de vele correcties mijnerzijds voor wat betreft de snelheid. We lijken zo langzamerhand steeds meer te verworden van een toerclub tot een wedstrijdclub, waarbij de sociale cohesie ver te zoeken is. Zeer demotiverend voor een voorzitter die een ieders belangen probeert in ere te houden. Tijdens de lekke band van Leen, die hem niet in dank werd afgenomen (?!) passeerde ons de rest van de toerfietsers. Hiermee verloren enkelen de laatste restjes van hun verstand door ten koste van anderen en enkele bijna-ongelukken die groep bij te halen. Omgekeken werd niet meer zodat de eenzame achterblijver (die heel wil thuiskomen) het maar moest uitzoeken. De groep werd bijgehaald en de ego's werden verder gestreeld door te laten zien hoe hard we wel niet kunnen fietsen. Dat we ons daarbij voor de ogen van heel fietsend Tholen voor schut zetten was slechts een klein detail. Ons aller voorzitter besloot daarop dat hij zich na afloop niet meer wilde vertonen in dit shirt en toog naar huis. Jongens, jullie mogen gerust weten dat ik me vandaag diep geschaamd heb.