zondag 22 augustus 2010
Bewogen dagje Ardennen
De Géants des Ardennes. Altijd een uitdaging, zeker als je wat minder bent. Dertien man,nog niet eerder meegemaakt dat er zoveel mensen meegingen naar een klimtocht. Gelijk na de start een snelle afdaling, dat wist ik nog van vorige keer. Die groep waar we bij de start achter zaten zo snel mogelijk voorbij. Daar wil ik in een snelle afdaling niet tussen zitten. Gevolg is wel dat ik gelijk los ben van de rest. Had een beetje gehoopt op Adrie om mee samen te rijden. In de lange eerste klim komen Leon, Kees, Onno en Izaak voorbij. Laat me eigen niet gek maken, weet wat er nog komt.Izaak komt bij zinnen en laat zich uitzakken. Goede beslissing voor ons beiden, de hele rit rijden we verder prima samen. Bij de 1e stop zien we tot onze verassing Kees, Leon en Onno weer, zijn slechts 2 minuten daar. Heb met Izaak een korte stop en rijden voor de rest weg. Theo neemt helemaal geen stop en komt ook langs. Zie hem 200 m voor me een snelle afdaling maken en vervolgens onderaan de verkeerde kant op afslaan. Pas vlak voor de 2e stop komen Kees en Leon weer bij ons. Onno heeft zich opgeblazen en is eraf, Leon had het al zien aan komen. Hierna rijden we een heel stuk samen, krijg na 85 km al verkrampende bovenbenen, het warme weer?? Maar om met Cruijff te spreken elk nadeel heeft z'n voordeel. Omdat ik hier al de nodige ervaring mee heb, weet ik ook wat ik kan doen om het zo lang mogelijk binnen perken te houden. Op de klimmen laat ik de mannen noodgedwongen wat weglopen, om in de vlakkere stukken en afdalingen de gaatjes weer dicht te rijden. Wil niet zeggen dat ik niet jaloers ben dat ik niet vol vermogen kan rijden. We zijn alle drie vol respect voor Izaak. Als je met zo'n fors lichaam zo omhoog rijdt moet je wel een enorme berg vermogen hebben. Bovendien ook een groot doorzettingsvermogen, moet een paar keer afstappen, zelfs met braakneigingen, stapt vervolgens weer op en rijdt vrolijk net zo hard door, knappe prestatie. Onderweg nog even een stukje kasseien, niet normaal. De eieren zijn nog gekneusd. De côte la Roche aux Faucons is als slotbeklimming een echt beest de benen verkrampen behoorlijk, maar ik mag een boon worden als ik hier nog afstap. Leon heeft vlak voor het eind nog last van een gierende achternaaf en moet een paar keer af stappen. Samen met Izaak rij ik opeens vooraan. Maken nog een grapje dat het te hopen is dat Kees en Leon terug komen, anders is het voor Leon een zwarte dag. Vlak voor de vierde stop zijn ze terug. Leon heeft de krachten goed gespaard en spuit er in het laatste stuk vandoor. Kees heeft het ook een eind gehad en rijdt met ons mee. Terug aan de finish komen een half uur later de anderen stuk voor stuk binnengedruppeld. Mooi om al die verhalen te horen, misschien dat we hun ervaringen hier ook nog terug zien. Alleen onze groep in de achterhoede wil niet helemaal vlotten. Om kwart over vijf een telefoontje. Nog 20 km. Maar dan, na zessen een noodoproep. Pijlen gemist en verdwaald, op 10 km afstand van de tent. Theo reist af, maar weet de ongelukkigen niet terug te krijgen. Dan weer een belletje en ik reis af om Ron op te pikken, die heeft het wel gehad. Dat geeft weer de nodige stof voor de stamtafel.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten