dinsdag 22 februari 2011

Karbonkel (bron nusport.nl-Thijs Zonneveld)

Eerst even een waarschuwing voor fijngevoelige lezers: haak af voordat het te laat is. Dit is geen stuk voor tere zieltjes. Dit gaat over de karbonkel op de kont van Björn Leukemans.

Een karbonkel klinkt als iets verschrikkelijks, en dat is het ook. Het is de nachtmerrie van iedere wielrenner. Een karbonkel is een grote steenpuist. Een knol van een zweer. Een ding met pus en slijm en bloed erin. En met een witte kop erop.

Karbonkels verschijnen doorgaans op het slechtste moment op de slechtst denkbare plek: het zitvlak. Precies op de plek waar wielrenners de hele dag mee over hun zadel schuren.
Iedere wielrenner of oud-wielrenner kent het gevoel. Ik helaas ook. Het is afzien in een andere dimensie.

Breinaald

Voor de gelukkigen onder u die niet weten hoe een steenpuist tijdens een wielerkoers voelt: vergelijk het met een paar startkabels op je edele delen. Of zes uur lang op een breinaald zitten. Hoe je er aan komt?

Een verkeerd zittend broeknaadje maakt een ieniemieniepieterpeuterig wondje, er komt een beetje zweet of straatvuil bij - en de volgende morgen word je wakker met een probleem zo groot als een knikker (als je mazzel hebt een uppie, als je pech hebt een megamegabonk).

Vacansoleil-renner Björn Leukemans reed afgelopen week in de Ronde van de Algarve met een karbonkel in zijn broek. Eentje ter grootte van een duivenei. Dat hij niet afstapte en zijn fiets ter plekke verkocht is een regelrecht wonder. De wedstrijd ging volledig aan hem voorbij - hij was alleen maar bezig met zijn derde bal.

Puspuist

Bij iedere pedaalslag verrekte hij van de pijn, bij iedere omwenteling dacht hij aan de puspuist op zijn kont. Hij ging verzitten, verzitten en nog een keer verzitten. Misschien knipte hij wel een stuk uit zijn zadel, zoals Oscar Freire tijdens de afgelopen Tour de France deed. Misschien stopte hij wel een biefstuk in zijn broek, zoals Joop Zoetemelk vroeger.

Misschien smeekte Björn die karbonkel wel om een ander gat op te zoeken. Om een lang verhaal kort te maken: het hielp allemaal niet. Op een avond maakte Leukemans er foto’s van en stuurde ze naar zijn dokter (ja, dat is nog eens wat anders dan de vakantiekiekjes).

De dokter was onverbiddelijk: er moest een naald in de steenpuist om het vocht eruit te halen. Zo snel mogelijk. En dus zonder verdoving.

Martelgevangenis

Ik heb ooit een ploeggenoot gehad die dezelfde behandeling moest ondergaan, op de gang van een aftands hotel. De massagetafel was heel even operatietafel. De masseur deed prik prik prik en goot daarna een paar scheuten kampferspiritus erop. Het lijdend voorwerp ging door het dak van de pijn. Letterlijk.

Zijn geschreeuw vergeet ik nooit meer. Ik krijg er nog koude rillingen van over mijn rug: zo moet het in de Irakese martelgevangenis Abu Ghraib ook hebben geklonken. De behandeling hielp nauwelijks. Er liep een halve emmer pus en bloed uit, maar de volgende dag was de karbonkel nog net zo groot. En minstens net zo pijnlijk.

Arme, heldhaftige Björn Leukemans. Zaterdag staat hij aan de start van de Belgische openingsklassieker: de Omloop Het Nieuwsblad. Als u hem met tranen in zijn ogen over de kasseien ziet rijden, dan weet u hoe het komt.

zaterdag 19 februari 2011

Niets zo veranderlijk als de wind, zo ook de route

Van de week nog een rondje over de Haringvliet in gedachten, maar vrijdag liet het zich al aanzien dat de wind naar het zuid-oosten zou draaien, dus via het bos richting Ossendrecht en Oesterdam terug leek het meest gunstig.
Op weg naar Smerdiek voelde ik dat de wind flink aantrok en ook nog eens pal uit het zuiden kwam, bij de start wist Kees Lindhoud het zeker 14:30uur volle bak regen, dus niet te ver weg volgens hem.
Buienradar zit er wel vaker naast dus bleef ik bij het plan en mocht het toch gaan regenen dan hadden we de Oesterdam toch wind mee en dat scheelt.

Vertrek richting Stalland waar het tempo gelijk al behoorlijk was, wat op de brug bij Oud-Vossemeer al tot scheuring in de groep leidde.
Na de hergroepering langs de dijk van het Schelde-Rijnkanaal via Halsteren het bos in, daar de route aangepast en via het klimmetje achter Mattenburgh het fietspad op richting de Oesterdam.
Sommigen dachten dat ze er al waren, maar er moesten nog kilometers gemaakt worden, plus dat Kees zijn regen ook uitbleef.
Onder de brug door terug de polder in richting Volckendorp waar de wind weer vol tegen stond, wat weer resulteerde in de nodige gevechten voor een goeie positie uit de wind.
Op de brug het kanaal over weer de nodige spielerij waarna nog een lusje tot Rilland werd genomen, vanaf hier eindelijk richting de Oesterdam waar zoals gewoonlijk Kees er vandoor ging.
Zelf rijd ik de dam het liefst in eigen tempo, zo nu ook weer, na een paar honderd meter bleek alleen voorzitter Wim in mijn wiel te zitten, die nog steeds met een langdurige verkoudheid tobt en al lang blij was dat hij het wiel kon houden.
Op het tussenstuk stond de wind iets gunstiger dus het tempo kon ook wat omhoog naar de 40p/u, inmiddels een onbekende fietser ingehaald die uit de groep van voren was teruggevallen.
Wim moest laten gaan dus zat ik alleen met die gast in mijn wiel, das allemaal leuk en aardig, maar ja.
Het tempo flink opgevoerd naar zo'n 47p/u waarbij hij bij de Speelmansplaten ook moest passen, al met al een lekkere Oesterdam.
Op de Brijhoekseweg werd het tempo weer flink opgevoerd, waarbij Kees het niet kon laten, maar de benen waren goed dus er vol overheen, op de Westkerkeweg nog even doorgetrokken, alleen Kees en Leon zaten in het wiel en die zagen inmiddels ook zwarte sneeuw, zodat de dijk opgang wel een Alp leek.
Terug in Café Smerdiek met 83km op de teller en net voor Kees zijn regen binnen.

zondag 13 februari 2011

Even nadenken

We gaan deze zaterdag eens de andere kant op. Oesterdam heen en terug en een stukje Zuid-Beveland in. Altijd lekker maar met WZW wind best pittig. Voordeel is dan wel dat de zware stukken verdeeld zijn over de heen en terugweg. Weer een lekkere opkomst, het hele jaar doorrijden mag toch wel een succes genoemd worden. Op de heenweg opvallend veel tempo wisselingen. Sommige mensen hebben het voorjaar al in het hoofd. Of zoals Izaak zegt: Er zijn vandaag veel mensen met een hele goede conditie, die kunnen straks mooi op kop. Terug op de dam valt de groep in twee stukken en dat komt mooi uit. Nu kan er in twee groepen rondgedraaid worden. Al wordt dat in de eerste groep met een korreltje zout genomen. Hoor tenminste van Leon dat ie last kreeg van schuimvorming rond de mond. Door de Scherpenissepolder terug naar Smerdiek is vol tegen. Theo en Izaak laten nog even zien dat al dat ge-RPM effectief is en sleuren tot het eind toe door.

Moe maar voldaan weer in ons stamkroegje en tijd voor serieuzere zaken. Sommige van m'n fietscollega's hadden me erop gewezen dat de vacature van voorzitter wat voor mij zou zijn. Daar moest ik toch wel even een weekje over nadenken. Het is niet altijd makkelijk om het als bestuurder goed te doen. Maar de club gaat me aan het hart, er is een goede sfeer, we houden allemaal van het fietsen en natuurlijk krijg ik steun van de leden en een zeer ervaren medebestuurder Mas Andriesse. Andere kandidaten zijn er niet en dus neem ik, naar het ernaar uitziet, het stokje over van Jacco die zich vijf jaar voor de club heeft ingezet als voorzitter, waarvoor dank. Nou maar eens kijken of we de komende jaren net zo voortvarend kunnen doorkomen als de afgelopen periode. Ik heb alle vertrouwen.

woensdag 9 februari 2011

Wat wetenswaardigheden ingestuurd door Wim Marinissen

Hier wat essentiele gegevens over kettingen die eigenlijk iedereen moet weten:
Een derrailleur-fiets is beslist een lastige fiets in het onderhoud, vooral 's winters, want dan heeft de fiets de neiging om af te geven, en bovendien wordt uw broek opgegeten door de ketting.
Dat komt voornamelijk omdat uw ketting honger heeft en hij dat u wilt laten weten. U heeft hem namelijk vergeten olie te geven! Kettingen zijn een beetje beperkt in hun uitdrukkingsmogelijkheden, weet u.
Soms gaan ze piepen, maar dan zijn ze al bijna dood. Dan beginnen ze gelijk ook te verrotten, te zien aan de bruine kleur. Geef ze echter niet te veel olie, want dan worden ze te dik. Bovendien gaan ze dan kwijlen (op je broek). Als u TE goed voor een ketting bent, dan gaat-ie TE lang mee. Dat is niet fijn want kettingen groeien tijdens hun leven. Dat is logisch, want waar blijft die olie anders? Op een gegeven moment past de ketting dus niet meer, hij is te lang geworden. Zou je maar lang genoeg wachten, dan worden ze steeds groter, als u maar genoeg olie geeft. De 1e ketting kwam uit china, gekocht van een oude wijze man die nu miljardair is. Alle kettingen die u ziet zijn klonen van deze ene ketting. Er zijn 4 dingen die je NOOIT, NOOIT maar dan ook NOOIT mag doen: A.) Leg een ketting nooit in de olie. B.) Breng hem niet in aanraking met water. C.) Gebruik hem nooit 's nachts na middernacht. D.) Geef een ketting nooit vet. Wanneer u de ketting dus een beetje laat uithongeren zal hij een lang leven tegemoet zien. Kijk bij de aankoop ook even naar zijn stamboom, Shimano is altijd goed. Een ketting van een onbekend merk kan ingebouwde gebreken hebben, niet doen dus. En bovendien: koop nooit een ketting met een prijskaartje dat hoger is dan je eigen IQ. De kans is groot dat de ketting veel te slim is voor je simpele fiets en het gewoon verdomd om normaal te werken. Zo'n ketting is ook helemaal niet gemaakt om te werken maar om ingelijst aan de muur te hangen. Zo zie je maar: met wat simpele richtlijnen komt het allemaal wel goed.
Twee ventielen per velg
We stonden op het verzamelplek wat te kletsen voor het begin van onze trainingsronde, zegt Leon tegen mas: " mas, nu moet je me toch eens uitleggen, waarom zie ik in de velg van jouw voorwiel twee ventielen?" mas antwoordt: "Ik heb in mijn velg een gaatje bijgeboord en daarna twee binnenbandjes op de velg gelegd. Één bandje pomp ik op en de ander laat ik leeg. Rijd ik lek, dan hoef ik alleen het andere bandje op te pompen en kan ik zo weer doorrijden." Vraagt Leon: " Maar mas, hoe weet je nu welk ventiel de volle en welke ventiel de lege binnenband is?" mas antwoordt: "Ik heb op de lege binnenband een zwart en op de volle een rood dopje gedraaid." Zeg nooit meer dat wierenners dom zijn.

zaterdag 5 februari 2011

Profetische woorden

Een mail van Theo. De juiste vragen: Is het te doen,is het onverantwoord, blijven we overeind, blijven we thuis. Ben de enigste die antwoord; ja, ja, misschien, weet nog niet. Tot m'n verassing staan er twaalf man te trappelen, zelfs een windallergie is overwonnen. Er wordt een aangepaste route uitgestippeld. Dijken, dorpen en bossen bieden bescherming. De open dammen zijn met deze windvlagen te link. Vertrekken met een redelijke rugwind, geen centje pijn. Achter Halsteren gaan we draaien. De bossen voldoen aan de verwachting. Een wereld van verschil met ons open landschap.

Na het bos richting Vrederust begint het. De eerste gaten ontstaan in het klimmetje naar de Halsterse weg. Op de Thoolse brug breken we in stukken. Niet ongewoon, maar de brug wordt nu heel wat minder snel bestegen als gebruikelijk. Kan gelukkig vriend Adrie helpen, die nog een beetje slappe benen heeft van al dat verhuisgedoe. Op het eiland gaan we achterlangs Tholen de polder in. Dat is serieuze woei op kop. Dan blijken de mailtjes profetisch. Achteraan ontstaat er gedrang om uit de wind te blijven. Wat onverklaarbare remacties, waarvan niemand weet hoe het precies is gegaan. Mas die achteraan aan een wiel kleeft, kan het niet aanremmen en blijft niet overeind. De schade blijft beperkt tot een slag in het achterwiel en een kapotte elleboog. Heb wat medelijden en zet achterin een tweede waaiertje op. Mas kan nou rustig m'n wiel kiezen en bekomen van de schrik. Gelukkig komt Theo nog even helpen, want de wind fluit behoorlijk om onze oren. Aan de stamtafel weer voer om na te praten en natuurlijk een nieuw hot item, een nieuwe voorzitter. Daar gaan we volgende week weer over verder.