donderdag 28 juli 2011
Brouwersdam pffff
Op Schouwen de route van afgelopen zaterdag gevolgd, alleen na Schuddebeurs direct het autoloze pad op gedraaid, dus een paar kilometer extra wind mee gepakt.
Langs Brouwershaven naar Den Osse ook gekozen voor een weg waar geen auto's meer mogen komen, na Den Osse het fietspad (met Tandje Bij blijven we op de weg) richting Scharendijke, dit blijft een lastig punt, druk en smal, maar dit is gelukkig maar zo'n 2 kilometer.
Heb vorige week nog na Brouwershaven de route via Looperskapelle gereden, maar dat was geen lekker alternatief.
Op de Brouwersdam deze keer gekozen voor de route aan de Noordzee kant, op zich rijdt dat best goed, op het fietspad rij je boven aan de dijk en heb je zowel de zee als het Grevelingenmeer in beeld.
Bij het inhalen van fietsers koos ik er voor om even naast het fietspad te gaan rijden, wel zo makkelijk.
Als we dit ooit met de groep fietsen en het fietspad blijkt te druk te zijn, is er altijd de keus om beneden langs te rijden.
Na de dam via het tunneltje weer terug aan de Grevelingen kant op een stuk reuze slecht fietspad, maar ja het kan niet anders.
Op Flakkee gekeken naar wat alternatieven om korter terug te rijden, maar links of rechtsom maakt niet veel uit.
Zodoende na 112km en met zere benen terug in Sint Annaland.
Vrijdagmiddag nog maar eens wat over Schouwen toeren, daar zijn nog veel te veel wegen waar ik nog niet geweest ben, ga het daar zowaar nog mooier vinden dan Flakkee.
Nog even over woensdagavond, het vaste rondje uiteraard weer gereden, Celesta was ook weer van de partij na wat tegenwind de laatste keer, ook Melanie was er ondanks wat lichamelijke klachten.
Bij vertrek al gevraagd of zij het hele rondje meeging? en zo ja dat als het te hard ging ze dat dan aan moest geven, maar ja het is een vrouw en dus koppig, als het te hard ga roep ik niet maar ga ik er af.
Het tempo lag zo rond 34p/u, alleen voor pa en zoon Lindhoud en zoon van ging het weer eens niet hard genoeg, ondanks dat er geroepen werd ging het drietal vrolijk door met het tempo opvoeren.
Nu is het voor mij reuze makkelijk, ik deed ook de wissel en als je dan zo nodig hard wil rijden dan doe je dat dan ook maar zo lang mogelijk, op een gegeven moment gaat dan het tempo vanzelf wel naar beneden.
Bij de Thoolse brug het trio maar laten rijden en het tempo weer naar 34p/u terug gebracht, blijkbaar was het kwartje toen bij het trio ook gaan vallen, want daarna bleef het tempo redelijk gelijk.
Met dit tempo kon iedereen gewoon meekomen, waardoor er na Steenbergen tegenwind ook nog steeds 34p/u gereden kon worden.
De brug op bij Flupland nog een dubbele verrassing, Izaak reed Kees rechtmatig uit het wiel en in het wiel van Kees reed ineens Celesta.
Met 60km op de teller terug in Sint Maartensdijk, toch even vermelden dat het gemiddelde op een mooie 33.5p/u uit kwam.
zondag 26 juni 2011
Buienradar onbetrouwbaar !!!!!
In ieder geval regende het volop om 09:00uur dus de beslissing om de de 150km af te lassen was legitiem.
Maar dan om half twee, volgens de buienradar zou het vanaf 11:00uur kurkdroog zijn, maar om 12:00uur was het nog zeiknat, een mailtje van Kees, al blijft het zeveren hij stapt op de fiets, alleen dat woord zeveren, dat werd in Scherpenisse heel anders uitgelegd dan door Kees bedoeld, in Scherpenisse is zeveren ook zeveren en heeft blijkbaar niets met het weer van doen.
Via de mail waren er in ieder geval al zes die op de fiets wilden stappen, dus om 13:00 op weg naar naar Smerdiek, maar wat een zever weer, tegenwind werd ik zeiknat van dat gemiezer, in café Smerdiek zat Wim Marinnisen al te wachten, maar wel in korte broek en shirt, wat een bikkel.
Om half twee stonden er 10 man aan het vertrek, eigenlijk ongelooflijk, maar ja de meesten hadden vorige week ook al niet gefietst, dus tja.
Na kort overleg beslist het woensdag rondje weer te rijden met Flupland rond voor de extra kilometers, alleen dat extra rondje viel nog niet bij iedereen in goede aarde.
Maar goed, dus vertrokken via de bekende route wat voor deze en gene de ruimte gaf om over het weer te praten en vooral over de buienradar, wat nou om elf uur droog? het bleef zeveren, maar het zou toch ooit weer droog worden?
Nou mooi niet, als het van boven al even stopte kwam er van de weg zoveel rottigheid dat er geen verschil te merken was, gelukkig was de temperatuur wel redelijk.
Vlak voor de brug bij Flupland even de mening gepeild, tot mijn genoegen wilde iedereen wel voor de extra kilometers.
De brug op kon Izaak zich natuurlijk niet inhouden en vloog met Kees in zijn wiel omhoog, zelf werd ik voor mijn gevoel te veel geremd door mijn regenjack, zodat ik op de brug maar stopte om dat uit te trekken, want het was inmiddels echt droog geworden, alleen niet voor de schipper die net kwam aan varen, Wim M maakte van de gelegenheid gebruik om over de reling te pissen, maar ja een kleinigheidje hou je altijd wel op zo'n rit.
Op Flipland weer de eerste gevolgen van de hersenspinsels van rijkswaterstaat of het waterschap om in het fiets seizoen de Zeeuwse wegen vol te gooien met split, maar ja je gaat er tenslotte prat op dat je een fiets provincie bent, alleen moeten ze een paar echte fietsers in dat project team zetten.
Het eerste stuk daarna een klein beetje tegen de dunne wind in, maar voor sommigen lijkt het dan al op speed snelheid, want alle energie werd gespendeerd aan roepen dat het zachter moest.
Na dat ieder zijn plek weer had ingenomen werd door o.a. de roepers voor de wind het tempo weer opgevoerd.
Op de Krabbenkreek tegenwind vond ik Izaak al redelijk aan het werk zijn, wat zich niet uitte in snelheid, maar dat zou ik wel verkeerd gezien hebben dacht ik toen nog.
Op de Hollaereweg een eerste lekke band en dat viel niets eens tegen met dit weer, dus voor de meesten ook even een rust moment.
Op de Kleine Dijk het tempo weer opgepakt, maar Izaak reed niet zoals normaal een half wiel voor, maar er achter, zou het dan toch?
Ik was niet de enige die het opgevallen was, dus werd er op Izaak ingepraat, dat het niet erg was en meer van dat soort welgemeende pep-praat (gniffel).
Bij de volgende beurt op kop het tempo nog net wat strakker gehouden en zowaar hij brak niet, maar een scheurtje was wel zichtbaar.
Op de Oudelandseweg weer lekker op gesleurd tegenwind, maar ja de regen had bij ook de nodige energie gekost dus ik moest wel terug in tempo, Izaak nam gelukkig over, maar dat duurde nog geen 10 meter, het scheurtje was een breuk geworden.
In café Smerdiek konden we gelukkig de verloren suikers weer aanvullen, ondertussen begon Kees, Izaak te bewerken om straks naar huis gewoon een normaal tempo te fietsen, normaal in de zin van langzamer dan gewoonlijk.
Na dat alle suikers opgenomen waren dus op weg naar Stalland, op de Oudelandseweg begon Kees gelijk Izaak te kalmeren, maar ja met twee van die oude knarren achter hem liet hij zich echt niet temperen en ging het tempo gestaag naar de 40p/u, waarop Kees hem maande absoluut niet harder te gaan. Ondertussen begon ik tegen Kees te praten dat ik het geen stijl vond dat hij Izaak zo op kop liet werken (gniffel).
Kees en ik keken elkaar eens aan en op de Plaatweg schoot Kees weg, zelf er gelijk achteraan en naar Izaak roepende om mijn wiel te pakken, dit lukte natuurlijk niet meer(gniffel), maar ja die twee oude knarren waren wel bloed gemeen geweest natuurlijk.
Het nadeel is dat we dit natuurlijk nog wel een keer flink op ons bordje terug krijgen, maar deze lol wordt niet meer afgepakt.
Blij dat we toch weer ruim 80km weg gereden hebben vandaag.
maandag 20 juni 2011
Meer zon dan regen
Alleen Kees Lindhoud reageerde dat hij hoe dan ook zou fietsen, een beetje mager, er waren er wel een aantal die aangaven in ieder geval niet te komen, wat wel duidelijkheid gaf.
Zelf zag ik de bui ook al hangen, donkere wolken boven Stalland en Smerdiek, nog even getwijfeld, maar toch de auto maar gepakt met de fiets er in.
Bij het café stond Henry al te wachten (bij slecht weer is hij meestal van de partij) even later kwamen Kees en Léon ook aan hobbelen.
In afwachting van de rest maar even het café ingegaan, waar ik de slippers omruilde voor de fiets schoenen.
Terwijl ik daar mee bezig was ging mijn mobiel, Wim Poot, hij was laat thuis, stond omgekleed, maar had toch wel twijfels.
Na hem verteld te hebben dat er toch al vier man aan de start stond, kwam hij toch maar onze kant op, eventueel kon er dan over het vertrek overlegd worden.
Half twee stonden wij klaar om te vertrekken, nog geen Wim, dus moest ik Kees even temperen om toch te vertrekken, een paar minuten daarna verscheen Wim dan toch, dus gelijk vertrokken, hierop had Wim blijkbaar niet gerekend, want we zouden toch overleggen?
Maar ja wij hadden al overlegd en waren er om te fietsen, dus kom op Wim je bent er nu toch.
Wim was er wel, maar alleen fysiek, geestelijk absoluut niet, dus bij het Schapendijkje keerde hij om. Achteraf zag, vertelde hij dat hij eigenlijk twee buien zag hangen, de één met Wind, Regen en Onweer, en de andere met Kees, Léon en Theo.
Bij het vertrek al beslist om het woensdagavond rondje te rijden met eventueel een extra lusje als het weer mee zou vallen.
Inmiddels rijden we dit woensdag rondje al een paar weken en de reacties zijn tot nu toe alleen maar positief, buiten dat ieder weet waar en hoe we rijden is ook gebleken dat waar de wind ook vandaan komt het eigenlijk nooit tegenvalt, voor en tegen wind wisselen elkaar af, met als resultaat dat ondanks de soms hoge gemiddelde snelheid iedereen redelijk makkelijk mee kan, dit geldt vooral voor onze vrouwelijke gast rijders Melanie Alders en Celeste op den Brouw, die zelfs bij een gemiddelde van boven de 33p/u bij konden blijven.
Door de polder richting Poortvliet reden Henry en Léon voortvarend met 38p/u op kop. Over de Thoolse brug de wind van opzij, waar Henry gelijk al de tol moest betalen voor het naast Léon fietsen.
Langs Nieuw-Vossemeer de wind weer mee, waar Henry wel weer op kop wilde, maar dit werd door Kees ten zeerste afgeraden, zeg maar gerust verboden, met een iets rustiger tempo richting Steenbergen, waarna haaks om tegen wind richting via de Heen naar de Fluplandse brug, hier vond Henry zijn definitieve Waterloo.
Na overleg tussen Henry en Kees ging Henry op eigen tempo richting thuisbasis, wij plakten er nog een rondje Flupland aan vast.
Via de zuid-west kant eerst tegen wind met een behoorlijk strak tempo wat we alle drie goed vast konden houden.
Jammer is dat Léon denkt dat er bij iedere dijk-opgang een fotograaf staat die vast legt dat hij makkelijk bij ons vandaan sprint, op Flupland zijn er vier van die dijken dus je kan wel raden wat Léon vier keer deed.
Na de werken en de nodige rotzooi op weg bij de dijkverzwaring, draaiden we voor de wind en daar ging het spel op de wagen, waar ik 38p/u reed ging het natuurlijk niet hard genoeg voor mijn kompanen, vet in de veertig dat rijd pas lekker, prima Léon met zijn jeugdige enthousiasme en Kees die natuurlijk niet afgaf en Theo in het derde wiel, goed maar niet goed gek.
Nu is dit ongemerkt nog een redelijk lang stuk, je rijdt eigenlijk gewoon vanaf de Krammersluis parallel aan de Phillipsdam, met hier en daar nog een stukje niet echt voor de wind, wat ook aan mijn benen te voelen was, laat staan aan die van hun.
Op het eind rechtsaf pal tegen de wind en de snelheid vloog terug, Léon kon niet meer van Kees over nemen dus was ik weer aan de beurt, had tenslotte voor de wind genoeg kunnen sparen.
Het viel al op dat mijn beurt redelijk lang was, maar ach geen probleem, het ging best lekker en 33/34p/u kon ik goed aanhouden.
De Krabbenkreek op kreeg Léon een licht dipje, dus Kees en mijn persoontje zouden hem thuis moeten brengen.
Bij Smerdiek nog even via de Eerste-dijk de provinciaalse overgestoken richting de Hogeweg, hier wilde ik nog even rechtsaf richting de Oudelandseweg, maar een reusachtige kreun van Léon deed ons besluiten om via de kortste weg naar het café te rijden, waar 80km op teller stond.
Al met al twee kleine buitjes onderweg gehad, maar eigenlijk zijn we nog het meest nat geworden van het spatwater, koud was het absoluut niet, dus ook geen spijt gefietst te hebben, of dat voor Léon ook zo was?
Wat wel mooi was, is dat hij maar niet kon begrijpen dat hij na al zijn mooie inspanningen voor de onzichtbare fotograaf er enorm van baalde geen kopwerk meer te kunnen doen, maar Léon troost je, als Kees en ik over een jaar of tien oud beginnen te worden, zul je heel af en toe best op kop moeten komen om ons thuis te brengen.
dinsdag 7 juni 2011
Scheren? Of juist niet scheren?
Elke lente hetzelfde liedje. Zodra de zon schijnt, begint mijn scheermesje te roepen. Ik ben al een eeuw of drie gestopt met wielrennen - maar als de lente komt, dan kriebelen de haren op mijn benen.
Want stel dat ik het in mijn harses haal om te gaan fietsen met een korte broek, dan mag dat onder geen enkele voorwaarde met een oerwoud op mijn kuiten. Ik ben gehersenspoeld. Wielerbenen, die horen kaal te zijn - zeker in de zomer. En ook glad. En het liefst ook nog (zonnebank)bruin.
Voor de noodzaak van gladde benen bestaan een paar officiële redenen. Daarvan maakt de gemiddelde wielrenner dankbaar gebruik om op verjaardagsfeestjes of stapavonden aan niet-kenners ('Wat? Scheer jij je benen?') uit te leggen waarom hij in godsnaam zijn benen scheert, epileert, lasert of harst.
Officiële reden 1: het is fijn voor de masseur. Voor zo'n benenkneder is het toch niet te doen om avond na avond door een stuk tapijt te wroeten? Toch?
Officiële reden 2: het is handig bij valpartijen. Een wielrenner ziet er na een asfaltkus en een bezoekje aan de rondedokter uit als een mummie: ingezwachteld van top tot teen. Die pleisters en bandages moeten er ook een keer af. Dan kun je je maar beter geschoren hebben. Zoniet: au.
Officiële reden 3: gewicht. Al ken ik maar één renner die kaal ging (en niet alleen op zijn benen) om een paar picogrammen te besparen: Michael Rasmussen. Groot gelijk had hij. Wie expres te kleine schoenen aantrekt, de stickers van zijn fiets vijlt en zijn koersbroeken weegt, die kan zich net zo goed gladder dan glad scheren. Elke gram telt.
Schoonheid
En dan nu de enige werkelijke reden: het is gewoon mooi. Waarom? Daarom. Nee, over deze smaak valt niet te twisten. Benen zijn glad. Punt uit. En zo denken alle renners in het peloton erover. Noem het meelopers, noem het meefietsers, noem het een subcultuur - maar het verandert nooit.
Wielrenners hebben een volledig op zichzelf staand gevoel voor schoonheid ontwikkeld. Ze willen ieder spiertje, ieder adertje en ieder peesje op hun benen kunnen zien. En wie een bos haar op zijn benen heeft, die ziet de bomen eronder niet meer.
Pannenkoek
Ongeschoren poten, dat is iets voor recreanten. Voor bierbuiken die één zondag per jaar hun fiets uit de schuur halen voor een rondje van een kilometer of twintig.
Voor kerels met bellen op hun stuur en zadeltasjes ter grootte van een strandbal. Voor onbehouwen ploerten die de pedalen niet aaien, maar ze mishandelen met hun gestamp.
Geschoren benen moet je eigenlijk verdienen. Het is een beloning als je de grens tussen pannenkoek en wielrenner bent overschreden. Als je genoeg hebt getraind. Als je genoeg over wielrennen hebt gedroomd. Als je genoeg met je beenhaar in je kettingbladen verstrikt bent geraakt. Wanneer genoeg genoeg is, mag je overigens volledig zelf bepalen.
donderdag 2 juni 2011
Brouwersdam
Op Schouwen de noordkant gevolgd zoals enkele weken geleden, tussen Dijkwater en Dreischor iemand ingehaald die volgens zijn shirt uit Stellendam kwam.
Na een kort praatje samen op gereden, voor hem was de noordkant van Schouwen onbekend, maar het rondje over de Brouwersdam rijdt hij regelmatig, dus na Brouwershaven gaf hij de route aan.
Via Den Osse en Scharendijke de Grevelingen zijde van de de dam aangehouden, aan de zeezijde is het ook mooi rijden, maar een stuk drukker.
Vanaf de Punt van Goeree een mooie rustige route gevolgd langs de Grevelingen, waarbij we Ouddorp letterlijk links lieten.
Net voorbij Ouddorp ineens weer een bekend pad voor mij, hebben we met Tandje Bij vorig jaar ook een keer gereden.
Nadat mijn mede-fietser naar Stellendam afgeslagen was, het tempo lekker opgevoerd en constant met zo'n 35p/u richting Herkingen het fietspad op naar de Krammer, hier bijna een half uur voor een geopende brug gestaan.
Uitgerust de laatste kilometers naar Stalland, waar 112km op de teller stond.
Een mooi rondje, zeer zeker om ook een keer op zaterdag te rijden, komen we op 120km uit, maar met de mooie rustige lange stukken kan het gemiddelde (ik had 32.2) makkelijk op 32a33 p/u liggen zodat we redelijk op tijd terug zijn in Smerdiek.
zondag 29 mei 2011
zaterdag 28 mei 2011
Een slechte dag voor een slechte dag
Een paar kilometer na de post begint voor mij een lijdensweg. Eerst denk ik nog "rijden ze zo hard". Wel een 35 km/u, maar het is nu gunstiger op de wind en iedereen rijdt vrolijk mee. Bij mij vloeit de macht volledig uit de benen en algehele malaise. Shit, wat is er aan de hand, ik zou het niet weten. Misschien nog de naweeën van het virus van vorige week. Geen idee, ik kan niet mee, als ik achteraan in de groep op de wind kom moet ik lossen en bij bochten en dijkovergangen kom ik ook al in de problemen. Wat een slechte dag om een slechte dag te krijgen. Het is niet anders en ik besluit dat ik m'n eigen tempo zal moeten gaan rijden om te overleven, want het is nog ruim 80 km. Dan blijkt dat we toch een echte club zijn. De mannen zijn het niet eens met m'n plan. De snelheid wordt gematigd tot zo'n 32 km/u en Theo houdt zelfs z'n benen even stil in de bocht. Izaak is m'n reddende engel. Hele stukken waar ik in de problemen kom, houdt ie me achterin uit de wind. Dat is ook wel nodig, op de buitendijkse stukken na Flake pakken we veel wind. Theo komt ook even inspecteren of het goed gaat en dat alles doet me veel deugd. Van Wim Marinissen en Izaak krijg ik ook nog wat zakjes voedingsgel. Weet niet of het daar aan ligt maar na 130 km kom ik wat uit m'n dip en kan ik het tempo weer volgen, wat dan ook weer omhoog gaat. Het laatste stuk door de bossen en Brabant na de laatste stop rijden we weer lekker door en vegen het ene na andere groepje op. Ook de 125 km jongens rijden nu weer op het parcours en het is weer drukker. Na 172 km zijn we weer terug in Steenbergen waar we ook naamgever Koos Moerenhout zien rondlopen. Wij gaan met de auto terug naar Smerdiek er zijn echter ook nog wat mannen die zijn komen fietsen. Theo ondervindt dat Izaak inderdaad een superdag heeft. Hij moet noodgedwongen in het wiel van Izaak.
Een zware dag maar toch veel voldoening. Ook voor mij. Blij dat ik het ondanks m'n inzinking toch gehaald heb en super als je clubgenoten bereid zijn je door de ellende heen te slepen. Zou het toch niet erg vinden als het volgende keer wat makkelijker gaat.
zondag 15 mei 2011
La Magnifique
vrijdag 29 april 2011
Mindere berichten uit wielergek Vlaanderen
dinsdag 19 april 2011
Peter van Petegem Classic 2011
Om 06:45 verzameld bij de stoplichten aan de Oesterdam, om richting Oudenaarde te vertrekken, verzamelen doe je normaal om gezamenlijk naar een locatie te rijden, echter Léon rijdt in de auto zoals op de fiets, dus als een speer er vandoor op de A4 richting Antwerpen, nog geprobeerd met lichtsignalen hem tot kalmte te manen, maar uiteraard geen reactie.
In Oudenaarde al snel kunnen parkeren, omkleden en naar de start.
De benen voelden goed dus gelijk maar een beetje tempo gemaakt, een paar groepjes ingehaald, maar niemand van Tandje Bij was meegegaan, op zich niet erg, want dit soort tochten rij ik het liefst alleen en in eigen tempo.
Langs het kanaal komen in één keer Léon en Izaak aansluiten, 34p/u wat ik reed vonden deze twee net wat te langzaam, want er moest voorsprong opgebouwd worden op de rest.
Nou dat vond ik wel best, lekker bij die twee in het wiel bij zo’n 38p/u, zou wel zien wat ik bij klimmetjes ging doen.
Na een paar kilometer kwamen we bij de eerste splitsing, tenminste dat dachten we, achteraf kwamen we er achter dat dit lusje van 16km pas aan het einde genomen moest worden.
We waren echter niet de enigen die verkeerd zaten, want met een redelijke groep reden we daar rond.
Terug op het oorspronkelijk parcours ging het met de zelfde hoge snelheid richting Zwalm, waar het eerste serieuze klimmen begon.
De eerste kwamen nog niet echt boven de 10% uit, maar de eerste serieuze was de Steenbeek, kort, maar wel al 17%, direct gevolgd door Berg Ten Hout en de Fortuinberg die de 21% haalden.
Op de Fortuinberg haalden we Jacco, Mas en Wim Poot in, die waren vast verkeerd gereden, dachten wij toen nog.
Onderaan de afdaling van de Fortuinberg een flink gat in de weg wat resulteerde in een uitwijkmanoeuvre die mij en Léon in de berm deed belanden en Izaak ook de voeten aan de grond moest zetten, gelukkig bleven we alle drie overeind en konden we aan de volgende klim beginnen.
Op de volgende klimmetjes en tussenhellinkjes begon Léon met ons te spelen door achter ons vandaan volle bak weg te sprinten om vervolgens met zijn bekende voldane gezicht achterom te kijken.
Op de Wolvenberg reden Léon en Izaak bij mij weg, of het door zijn spelerij kwam of de overmoed in het begin, maar boven aangekomen stond alleen Izaak te wachten, Léon was verdwenen, hij reed omhoog achter Izaak en was door mij niet voorbij gereden, een raadsel!!!!
Kort voor de Varent kon Izaak zich eigenlijk niet meer inhouden, hij wilde vooral op het vals plat doormalen, na redelijk overtuigend tegen hem gezegd te hebben dat hij moest gaan werd het gat al snel groter.
Vanaf hier met diverse groepjes opgereden naar de Varent en de rest van de rit zo uitgereden.
Langs het kanaal waar het extra lusje dus voor de tweede keer werd gereden werd het tempo als spielerij nog flink opgevoerd naar zo’n 45p/u, volgen ging vrij makkelijk en waar er gaatjes vielen kon ik er makkelijk overheen om weer bij de voorsten aan te sluiten.
Bij de finish was Izaak ook net binnen waar hij stond te kletsen met Léon, die al om gekleed was, hij had een shortcut genomen en was al ruim drie kwartier binnen.
Izaak en ik hadden 160km met 29,4 gemiddeld op de teller, waar ik best wel blij was met deze extra kilometers.
Léon voorzag ons van een wel verdiend biertje, ondertussen kwamen in verschillende groepjes de anderen ook binnen en werd onder begeleiding van een dweilorkest het “Land van Maas en Waal” bezongen.
Jammer genoeg verdween het zonnetje al vrij snel waardoor het niet echt lekker was om nog langer te blijven zitten.
Een geslaagde dag en zeker voor herhaling vatbaar.
zaterdag 16 april 2011
woensdag 30 maart 2011
Ardennen-offensief (auteur Léon Andriessen)
Prachtig fietsweer met veel zon en ongeveer 15 graden. Izaak en Wim wilden wat extra heuvelfiets ervaring opdoen, daardoor was ik reisleider(lijder).
Na uitrijden van Spa als eerste de côte de Maquisard 3 km. met gemiddeld 5.1 procent een mooie opwarmer.
Daar werd mij wel duidelijk dat de gemakkelijke dag die ik verwacht had zwaarder ging uitvallen. Izaak volgde tot bijna boven en Wim was niet ver achter, dat viel tegen (voor mij dan).
Afgedaald naar Remouchamps en rustig begonnen aan de bekende La Redoute, de steile stroken verwerkt zonder te lopen (dus goed) en kleine verschillen bovenop.
Hierna de Chambralles een 20 procent max en 1.600 meter gemiddeld 9.5 ook overleefd.
Van het kasteel van Harzé naar de top van Werbomont een lange mooie lopende klim met gemiddeld ongeveer 5 procent, goed asfalt en een windje in de rug, af en toe haalden we 25 per uur op 5 procent stijging. Hatsjiekidee de snelheid zat er goed in.
Lange afdaling naar het tankstation met de hond, Kees L. kent deze hond van vorig jaar, dit keer weer een bierworstje voor onze viervoeter.
Via Rahier naar La Gleize waar een oude Tiger-tank uit de Tweede Wereldoorlog stond, die heeft wel wat weg van Izaak, geen explosieve springveer maar eenmaal op snelheid heel moeilijk te stoppen.
Na enkele koeken van de plaatselijke GB super, de bakkers hadden schijnbaar een vrije dag, de côte de Brume (max. 20 %, lengte 3 km., gem. 8 %) opgefietst.
Dit was geen feest na onze bevoorrading en rust, de beentjes voelden als beton en ben rustig deze helling opgetrapt achter Izaak die bijna uit het zicht verdween en nog net voor Wim.
Via wat dalen en klimmen en weer wat dalen naar de voet van de Wanne. Hier dezelfde volgorde als de Brume.
Van de Wanne naar beneden naar Stavelot gedenderd, alle afdalingen gingen ook aan een stevige snelheid, al had Theo ons nog wel voorbij gedaald.
In Stavelot gelijk de beruchte Stockeu opgedraaid met maximaal 21% één van de zwaarste Ardennen hellingen,alledrie glorieus boven gekomen bij het Eddy Merckx standbeeld zonder te lopen en gelukkig voor mijn ego ik als eerste.
De côte d'Amermont (max.20 %) ook overwonnen en via Franchorchamps gedaald naar de voet van de laatste klim de Rosier.
Een prachtige lopende klim van 4.5 km. gemiddeld 5.7%. Afgedaald naar Spa met 120 km. en 2550 hoogtemeters op de teller en 23.5 gemiddeld.
Hier lekker op het zonnige terras aan de Val Dieu Tripel en Rochefort Dix.
Wim en Izaak zijn verbeterd in het klimmen en gaan goed, Léon moet de conditie de komende weken nog wat aanscherpen als dat niet gebeurd is hij afgeschreven.
dinsdag 15 maart 2011
Met wind 4bft pal uit het oosten over Flakkee
Maar die wind, pal uit het oosten, slechter kan bijna niet, maar om 12:00 op de fiets richting Flakkee, en gelijk al volle bak tegen, maar vandaag ga ik voor 120km, dus rustig vertrekken want de route gaat richting Ooltgensplaat en dat ligt nu éénmaal op Oost-Flakkee, de meeste wegen ken ik wel dus alleen maar concentreren op het fietsen, mede daardoor het tempo op zo'n 29 a 30 p/u kunnen houden.
Bij Ooltgensplaat precies 42km op de teller en alleen nog maar wind tegen gehad, maar de benen voelen goed dus weer tegenwind verder de polder in richting de N59, hier terug gedraaid richting Achthuizen en met wat draaien keren richting Langstraat.
Hier weer op meer bekende wegen via Zuidzijde richting Stad aan 't Haringvliet, rechtsaf op een voor mij nieuwe weg langs het Haringvliet, door Stad verder langs het water richting Middelharnis en door de polder naar Dirksland.
Doorgestoken naar Herkingen waar ik met precies 80km op de teller het fietspad langs de Grevelingen op reed.
Maar ja wel weer richting het oosten dus weer volle bak wind op kop, 3km naar Battenoord en nog eens 3km naar de N59, dat wist ik nu eenmaal toen ik die kant opreed dus niet zeuren.
De Krammer op half tegen en aan de andere kant echt tegen tot aan de bocht de hol op, héhé eindelijk een beetje half mee de rest van de Phillipsdam en gelukkig ook de Krabbenkreek, vanaf de BlauweBloem een eitje naar huis, waar 112km op de teller staat met 30.8 gem, voorwaar niet slecht met zo'n 60 a 65km tegenwind.
En een mooie nieuwe route voor met de club met keuze genoeg voor de afstand.
zondag 6 maart 2011
Carnaval in Zeeland
Voor mij een speciaal ritje. De laatste rit op deze Cannondale en dat fietsje gaat me aan het hart. Speciaal ook voor gastrijder Hans Lindhout. Z'n eerste rit in de groep op z'n nieuwe Titaniumfiets. Je moet er natuurlijk van houden, maar het ziet er toch wel erg strak uit. Ook speciaal is de start. Met niet al teveel tegenwind wordt er pittig vertrokken. Na drie kilometer zie ik René met de mond open en vertrokken gezicht van kop snel naar achter zakken. Even later hoor ik dat hij zich niet lekker voelde en is omgedraaid. Over de Philipsdam gaan we richting Goeree. Had zelf wel zin om over de Haringvliet richting Goeree te gaan. Theo dacht echter even iets beter na. Met al dat carnavalsgeweld in Brabant geen goed idee. Iedereen trapt stevig door. Ondanks dat de omstandigheden niet al te zwaar zijn gaat het bij mij een beetje moeizaam. Voor zo'n grote groep leent Goeree zich echter uitstekend. Op de brede overzichtelijke wegen kunnen we goed waaieren. Iedereen krijgt dan ook de kans om na z'n kopbeurt te schuilen. Op kop precies de verkeerde vier bij elkaar. Kees, Izaak, Theo en Leon zijn elkaar weer lekker aan het opjuinen. In m'n nieuwe rol als voorzitter roep ik maar eens een keer vermanend. Maar ja je kan net zo goed tegen een hond roepen dat ie z'n poot niet mag optillen. Ondanks al die spielerij kan iedereen goed mee. Zelfs broer Hans en Leen die al een poosje niet hebben meegefietst trappen dapper mee.
Op de Krammer gaat de vlam weer in de pijp. Iedereen knalt er lekker tegenaan. Aan de andere kant wacht ik samen met Leon even op broer Hans die het gebrek aan kilometers nu goed voelt. Als we gezamelijk de Krabbenkreek oversteken weet Theo Hans, die in een rustig tempo de rit wil uitfietsen, te bewegen tot Smerdiek bij de groep te blijven. Gastrijder Gaby en Tineke zwaaien aan het eind van de Krabenkreek af richting Vosmeer en Tholen. De rest van de groep rijdt nu in een iets rustiger tempo naar ons café. In de Oudelandse weg nog één sprint richting plaatsnaambord en dan zijn we na 83 km weer terug bij ons stamcafé waar Saskia al weer op ons staat te wachten.
dinsdag 22 februari 2011
Karbonkel (bron nusport.nl-Thijs Zonneveld)
Eerst even een waarschuwing voor fijngevoelige lezers: haak af voordat het te laat is. Dit is geen stuk voor tere zieltjes. Dit gaat over de karbonkel op de kont van Björn Leukemans.
![](http://media.nu.nl/m/m1fzxn9a1hah.jpg)
Een karbonkel klinkt als iets verschrikkelijks, en dat is het ook. Het is de nachtmerrie van iedere wielrenner. Een karbonkel is een grote steenpuist. Een knol van een zweer. Een ding met pus en slijm en bloed erin. En met een witte kop erop.
Karbonkels verschijnen doorgaans op het slechtste moment op de slechtst denkbare plek: het zitvlak. Precies op de plek waar wielrenners de hele dag mee over hun zadel schuren.
Iedere wielrenner of oud-wielrenner kent het gevoel. Ik helaas ook. Het is afzien in een andere dimensie.
Breinaald
Voor de gelukkigen onder u die niet weten hoe een steenpuist tijdens een wielerkoers voelt: vergelijk het met een paar startkabels op je edele delen. Of zes uur lang op een breinaald zitten. Hoe je er aan komt?
Een verkeerd zittend broeknaadje maakt een ieniemieniepieterpeuterig wondje, er komt een beetje zweet of straatvuil bij - en de volgende morgen word je wakker met een probleem zo groot als een knikker (als je mazzel hebt een uppie, als je pech hebt een megamegabonk).
Vacansoleil-renner Björn Leukemans reed afgelopen week in de Ronde van de Algarve met een karbonkel in zijn broek. Eentje ter grootte van een duivenei. Dat hij niet afstapte en zijn fiets ter plekke verkocht is een regelrecht wonder. De wedstrijd ging volledig aan hem voorbij - hij was alleen maar bezig met zijn derde bal.
Puspuist
Bij iedere pedaalslag verrekte hij van de pijn, bij iedere omwenteling dacht hij aan de puspuist op zijn kont. Hij ging verzitten, verzitten en nog een keer verzitten. Misschien knipte hij wel een stuk uit zijn zadel, zoals Oscar Freire tijdens de afgelopen Tour de France deed. Misschien stopte hij wel een biefstuk in zijn broek, zoals Joop Zoetemelk vroeger.
Misschien smeekte Björn die karbonkel wel om een ander gat op te zoeken. Om een lang verhaal kort te maken: het hielp allemaal niet. Op een avond maakte Leukemans er foto’s van en stuurde ze naar zijn dokter (ja, dat is nog eens wat anders dan de vakantiekiekjes).
De dokter was onverbiddelijk: er moest een naald in de steenpuist om het vocht eruit te halen. Zo snel mogelijk. En dus zonder verdoving.
Martelgevangenis
Ik heb ooit een ploeggenoot gehad die dezelfde behandeling moest ondergaan, op de gang van een aftands hotel. De massagetafel was heel even operatietafel. De masseur deed prik prik prik en goot daarna een paar scheuten kampferspiritus erop. Het lijdend voorwerp ging door het dak van de pijn. Letterlijk.
Zijn geschreeuw vergeet ik nooit meer. Ik krijg er nog koude rillingen van over mijn rug: zo moet het in de Irakese martelgevangenis Abu Ghraib ook hebben geklonken. De behandeling hielp nauwelijks. Er liep een halve emmer pus en bloed uit, maar de volgende dag was de karbonkel nog net zo groot. En minstens net zo pijnlijk.
Arme, heldhaftige Björn Leukemans. Zaterdag staat hij aan de start van de Belgische openingsklassieker: de Omloop Het Nieuwsblad. Als u hem met tranen in zijn ogen over de kasseien ziet rijden, dan weet u hoe het komt.
zaterdag 19 februari 2011
Niets zo veranderlijk als de wind, zo ook de route
Op weg naar Smerdiek voelde ik dat de wind flink aantrok en ook nog eens pal uit het zuiden kwam, bij de start wist Kees Lindhoud het zeker 14:30uur volle bak regen, dus niet te ver weg volgens hem.
Buienradar zit er wel vaker naast dus bleef ik bij het plan en mocht het toch gaan regenen dan hadden we de Oesterdam toch wind mee en dat scheelt.
Vertrek richting Stalland waar het tempo gelijk al behoorlijk was, wat op de brug bij Oud-Vossemeer al tot scheuring in de groep leidde.
Na de hergroepering langs de dijk van het Schelde-Rijnkanaal via Halsteren het bos in, daar de route aangepast en via het klimmetje achter Mattenburgh het fietspad op richting de Oesterdam.
Sommigen dachten dat ze er al waren, maar er moesten nog kilometers gemaakt worden, plus dat Kees zijn regen ook uitbleef.
Onder de brug door terug de polder in richting Volckendorp waar de wind weer vol tegen stond, wat weer resulteerde in de nodige gevechten voor een goeie positie uit de wind.
Op de brug het kanaal over weer de nodige spielerij waarna nog een lusje tot Rilland werd genomen, vanaf hier eindelijk richting de Oesterdam waar zoals gewoonlijk Kees er vandoor ging.
Zelf rijd ik de dam het liefst in eigen tempo, zo nu ook weer, na een paar honderd meter bleek alleen voorzitter Wim in mijn wiel te zitten, die nog steeds met een langdurige verkoudheid tobt en al lang blij was dat hij het wiel kon houden.
Op het tussenstuk stond de wind iets gunstiger dus het tempo kon ook wat omhoog naar de 40p/u, inmiddels een onbekende fietser ingehaald die uit de groep van voren was teruggevallen.
Wim moest laten gaan dus zat ik alleen met die gast in mijn wiel, das allemaal leuk en aardig, maar ja.
Het tempo flink opgevoerd naar zo'n 47p/u waarbij hij bij de Speelmansplaten ook moest passen, al met al een lekkere Oesterdam.
Op de Brijhoekseweg werd het tempo weer flink opgevoerd, waarbij Kees het niet kon laten, maar de benen waren goed dus er vol overheen, op de Westkerkeweg nog even doorgetrokken, alleen Kees en Leon zaten in het wiel en die zagen inmiddels ook zwarte sneeuw, zodat de dijk opgang wel een Alp leek.
Terug in Café Smerdiek met 83km op de teller en net voor Kees zijn regen binnen.
zondag 13 februari 2011
Even nadenken
Moe maar voldaan weer in ons stamkroegje en tijd voor serieuzere zaken. Sommige van m'n fietscollega's hadden me erop gewezen dat de vacature van voorzitter wat voor mij zou zijn. Daar moest ik toch wel even een weekje over nadenken. Het is niet altijd makkelijk om het als bestuurder goed te doen. Maar de club gaat me aan het hart, er is een goede sfeer, we houden allemaal van het fietsen en natuurlijk krijg ik steun van de leden en een zeer ervaren medebestuurder Mas Andriesse. Andere kandidaten zijn er niet en dus neem ik, naar het ernaar uitziet, het stokje over van Jacco die zich vijf jaar voor de club heeft ingezet als voorzitter, waarvoor dank. Nou maar eens kijken of we de komende jaren net zo voortvarend kunnen doorkomen als de afgelopen periode. Ik heb alle vertrouwen.
woensdag 9 februari 2011
Wat wetenswaardigheden ingestuurd door Wim Marinissen
Een derrailleur-fiets is beslist een lastige fiets in het onderhoud, vooral 's winters, want dan heeft de fiets de neiging om af te geven, en bovendien wordt uw broek opgegeten door de ketting.
Dat komt voornamelijk omdat uw ketting honger heeft en hij dat u wilt laten weten. U heeft hem namelijk vergeten olie te geven! Kettingen zijn een beetje beperkt in hun uitdrukkingsmogelijkheden, weet u.
Soms gaan ze piepen, maar dan zijn ze al bijna dood. Dan beginnen ze gelijk ook te verrotten, te zien aan de bruine kleur. Geef ze echter niet te veel olie, want dan worden ze te dik. Bovendien gaan ze dan kwijlen (op je broek). Als u TE goed voor een ketting bent, dan gaat-ie TE lang mee. Dat is niet fijn want kettingen groeien tijdens hun leven. Dat is logisch, want waar blijft die olie anders? Op een gegeven moment past de ketting dus niet meer, hij is te lang geworden. Zou je maar lang genoeg wachten, dan worden ze steeds groter, als u maar genoeg olie geeft. De 1e ketting kwam uit china, gekocht van een oude wijze man die nu miljardair is. Alle kettingen die u ziet zijn klonen van deze ene ketting. Er zijn 4 dingen die je NOOIT, NOOIT maar dan ook NOOIT mag doen: A.) Leg een ketting nooit in de olie. B.) Breng hem niet in aanraking met water. C.) Gebruik hem nooit 's nachts na middernacht. D.) Geef een ketting nooit vet. Wanneer u de ketting dus een beetje laat uithongeren zal hij een lang leven tegemoet zien. Kijk bij de aankoop ook even naar zijn stamboom, Shimano is altijd goed. Een ketting van een onbekend merk kan ingebouwde gebreken hebben, niet doen dus. En bovendien: koop nooit een ketting met een prijskaartje dat hoger is dan je eigen IQ. De kans is groot dat de ketting veel te slim is voor je simpele fiets en het gewoon verdomd om normaal te werken. Zo'n ketting is ook helemaal niet gemaakt om te werken maar om ingelijst aan de muur te hangen. Zo zie je maar: met wat simpele richtlijnen komt het allemaal wel goed.
Twee ventielen per velg
We stonden op het verzamelplek wat te kletsen voor het begin van onze trainingsronde, zegt Leon tegen mas: " mas, nu moet je me toch eens uitleggen, waarom zie ik in de velg van jouw voorwiel twee ventielen?" mas antwoordt: "Ik heb in mijn velg een gaatje bijgeboord en daarna twee binnenbandjes op de velg gelegd. Één bandje pomp ik op en de ander laat ik leeg. Rijd ik lek, dan hoef ik alleen het andere bandje op te pompen en kan ik zo weer doorrijden." Vraagt Leon: " Maar mas, hoe weet je nu welk ventiel de volle en welke ventiel de lege binnenband is?" mas antwoordt: "Ik heb op de lege binnenband een zwart en op de volle een rood dopje gedraaid." Zeg nooit meer dat wierenners dom zijn.
zaterdag 5 februari 2011
Profetische woorden
Na het bos richting Vrederust begint het. De eerste gaten ontstaan in het klimmetje naar de Halsterse weg. Op de Thoolse brug breken we in stukken. Niet ongewoon, maar de brug wordt nu heel wat minder snel bestegen als gebruikelijk. Kan gelukkig vriend Adrie helpen, die nog een beetje slappe benen heeft van al dat verhuisgedoe. Op het eiland gaan we achterlangs Tholen de polder in. Dat is serieuze woei op kop. Dan blijken de mailtjes profetisch. Achteraan ontstaat er gedrang om uit de wind te blijven. Wat onverklaarbare remacties, waarvan niemand weet hoe het precies is gegaan. Mas die achteraan aan een wiel kleeft, kan het niet aanremmen en blijft niet overeind. De schade blijft beperkt tot een slag in het achterwiel en een kapotte elleboog. Heb wat medelijden en zet achterin een tweede waaiertje op. Mas kan nou rustig m'n wiel kiezen en bekomen van de schrik. Gelukkig komt Theo nog even helpen, want de wind fluit behoorlijk om onze oren. Aan de stamtafel weer voer om na te praten en natuurlijk een nieuw hot item, een nieuwe voorzitter. Daar gaan we volgende week weer over verder.
zondag 30 januari 2011
Jelle Nijdam, Jan Raas, Fabian Cancellara, Izaak Scherpenisse
Kleine ongemakjes
Er wordt weer aardig doorgereden en af en toe gemopperd, maar zonder fietscomputer ben ik in zalige onwetendheid. Het fluiten voor de wissel gaat op gevoel, maar ik krijg geen commentaar. Via het buitendijkse fietspad naar Herkingen. Halverwege, bij een haventje, worden we geconfronteerd met een oude man die de auto onhandig midden op het fietspad posteert. Links en rechts dwarrelen we er voorbij, de man verstijft en met grote ogen achter het stuur achterlatend. Schijnbaar hebben we nog niet veel geleerd van Theo z'n stukje. Sommigen geven de nodige grote schreeuwen, wat verder geen enkel nut heeft. Van Herkingen naar Dirksland even vol tegen de wind. Ron roept dat het wintertraining is. Bij z'n eigen kopbeurt gaat ie gewoonte trouw zelf ook lekker tekeer en krijgt de opmerking natuurlijk gelijk terug op z'n brood. Aardige fietshumor. Dirksland en Middelharnis worden nog even aangetikt en dan via Oude-Tonge terug naar de Krammer. Op de sluis even achter Leon, maar dat is het verkeerde wiel. Samen met Henk bedwing ik de sluis, op enige afstand van Kees, Izaak en Theo. Na de sluis vormen we met Wim en Henri een kwartet en draaien lekker rond, niet eens zover van onze kopmannen. Dat geeft de burger moed. Na de Krabbenkreek draait Tineke naar huis en wij vol gas naar ons vertrouwd cafeetje, waar nu zelfs een gratis chocomel staat te wachten, luxe hoor. Volgende week maar eens extra goed de fiets inspecteren, want Theo kwam nogal dreigend over.
donderdag 27 januari 2011
Fietsgevaar, gelezen in het AD van 27 januari
Fietsen is 'in': het aantal fietsen in ons land steeg de afgelopen twintig jaar van twee naar achttien miljoen. Steeds meer Nederlanders hebben twee fietsen, één stadsfiets om naar het werk te gaan én een racefiets, toerfiets of mountainbike voor sportieve uitjes.
Gevolg is dat het steeds drukker wordt op onze rijwielpaden. Niet alleen binnen de bebouwde kom, maar juist ook op fietspaden in de buitengebieden gebeuren steeds meer ongelukken.
Deskundigen beweren dat dit een gevolg is van de vele, in omvang en snelheid sterk verschillende soorten rijwielen op onze fietspaden: snorfietsen, brommers, scooters, bakfietsen, brommobielen, elektrische fietsen, racefietsen, mountainbikes, scootmobielen en andere driewielers. Snorfietsen vormen het grootste probleem, beweert de wielerunie, die ze naar de rijbaan wil verbannen. Maar of het daar veiliger door wordt?
Ga tijdens een zonnig weekeinde eens fietsen in de duinen! Nederland regeltjesland: het enige land met verkeersdrempels op fietspaden. Je vindt ze in het Haagse duingebied Meijendel, waar gek-genoeg het waterbedrijf de baas speelt.
Die drempels zijn aangelegd om wielrenners af te remmen, maar het middel blijkt erger dan de kwaal: telkens ongelukken. Diverse peuters zijn er al uit hun kinderzitje gelanceerd.
Hoe verder? Kunnen we het fietsen in Nederland veiliger krijgen? Snorfietsen naar de rijbaan of moeten juist mountainbikers en wielrenners zich maar aanpassen, zich wat socialer gedragen? Is het u wel eens overkomen dat u, als gezellige gezinsfietser, werd toegesnauwd door zo'n groep racefanaten dat u opzij moest en snel een beetje? Hoe denkt u hier over? En omgekeerd: de groeiende legers sportieve bejaarden, die met hun slakkengangetje gerust het hele fietspad in beslag nemen, kunnen die niet een beetje aan de kant?
Hieronder een paar van mijn bevindingen tijdens het fietsen,
Mijn welgemeende excuses aan alle en (argeloze) fietsers en wandelaars. Namens mij maar ook meteen namens alle mountainbikers en racefietsers van Nederland wil ik zeggen: “SORRY!!!” fietst u even 90 kilometer met mij mee? Sorry!! In het bijzonder tegen de heer en mevrouw die zaterdag midden op het enige nog legale fietspad tussen Egmond en Bergen liepen. Een bescheiden kuchje wil ik nog wel eens doen want van een belletje schrikt altijd iedereen zo, en jullie waren zo heerlijk aan het kletsen. Maar ik wist niet dat u boos werd mevrouw om mijn kuchje, ja ik heb een bel , ik heb u onthouden(blauwe nomad jas, 2 stokken, rugzak, bergschoenen, man ernaast met gekke muts) dus zal de volgende keer bellen. Heeft u nog lekker gewandeld verder? Ik heb de eigenaardigheid dan wel altijd even te malen daarna. Waarom wandelt ze niet op 1 van die 116 wandelpaden waar wij niet mogen komen en waar ze lekker ongestoord in het midden kan lopen als ze dat zo leuk vindt. Of worden haar bergschoenen daar vies? Waarom wordt ze boos? Omdat ik kuch of is het een schijnmanoeuvre omdat ze haar fout op mij wilt projecteren? Zij loopt immers midden op en niet uiterst links of rechts. Ik zou niet eens een bel of kuch nodig moeten hebben. Stop met malen en geniet!! Dennis!!! Denk ik dan. Sorry! Wil ik ook nog even zeggen tegen die mijnheer waarmee ik een frontaaltje heb kunnen voorkomen. Ik had u al een halve minuut in het vizier en was in de veronderstelling dat u mij ook wel gezien moest hebben. Ik reed uiterst rechts zoals me op school geleerd is. Even bellen leek me niet nodig. Het bleek dus wel nodig maar nu was het te laat om te bellen dus was het enige dat ik nog kon doen “kijk uit!!!” roepen om u uit uw 5e dimensie te halen. Daar kwam van schrik nog iets achter als potver3. Maar in de adrenalinerush uw en mijn vege lijf te redden floepte het eruit en kunt u mij dat laatste woord hopelijk vergeven, en sorry voor mijn inschattingfout. Troost u met de gedachte dat wanneer die man op de ATB niet kijk uit had geroepen, had u nu naast een ATBer in het ziekenhuis gelegen. Dat is pas erg. Sorry! Wil ik ook nog even zeggen tegen de meneer met de oprolriem. Ik stond oog in oog met uw geschrokken Jack Russel toen ik een bocht omkwam. Kon nog net op tijd remmen voordat mijn “Furious Freds” hem zouden verpletteren. Het was op het speciaal voor ons aangelegde ATB parcours omgeving Schoorl. Ja ik reed misschien wel wat harder dan normaal, maar ik dacht dat het wel kon op dat parcours. Wandelaars blijven daar wel weg dacht ik nog. Ik verdenk een hoop wandelaars dat ze stiekem van ons houden. Ik kom ze steeds vaker tegen op het parcours. Hoe is het nu met uw hondje? Sorry! Voor het verstoren van uw smsverkeer wil ik nog even zeggen tegen de mevrouw met 2 volgepropte Albert Heijn tassen aan haar stuur en een kleuter van een jaar of 3 achterop. U had niet in de gaten dat u langzaam naar de verkeerde kant van het fietspad ging. Deze keer belde ik voor de zekerheid op tijd om een heel vervelend ongeluk te voorkomen. Ik hoop niet dat ik uw smsje in de war heb gemaakt. Vergeef me in dat geval. Dan wil ik ook nog even sorry zeggen tegen dat groepje fietsers die ik stoorde met mijn bel toen jullie midden op de kruising de kaart aan het lezen waren, ik had even moeten stoppen en wachten tot jullie klaar waren. Jullie zijn toch wel veilig thuisgekomen he? Oh ja! Sorry mijnheer van de poolhond, die met ontblote boventanden achter me aanrende. “Hij doet niks hoor”is het standaardzinnetje dan altijd, “hij houdt alleen niet van mountainbikers”. Als u dat tegen mij zegt, kunt u hem dan niet beter aanlijnen? Maal maal maal…..Stop geniet!!!! Sorry, maar ik hou nu eenmaal van wielrennen en mountainbiken. In de ruim 41 jaar dat ik leef heb ik meer dan 350.000 km gefietst. Dat is niet zo heel bijzonder, trotser ben ik op het feit dat ik nog steeds schadevrij ben. Op 3 valpartijen in het wedstrijdpeloton en een enkel eenzijdig uitglijertje na, maar die tellen hier niet mee. De meeste kilometers heb ik alleen afgelegd. Soms floept er wel eens een naar woord uit van schrik, maar dat gebeurd me niet vaak. Meestal zeg ik niks. Zoals ook meestal afgelopen zaterdag en gelukkig weer schadevrij 50 km. De laatste sorry doe ik voor dat kleine groepje wielrenners die zich inderdaad asociaal gedragen, vloekend en tierend en soms slaande op weg zijn, lege AAflesjes in het duin flikkeren(Maalerdemaal, waarom kun je wel een halve ronde een vol flesje in je zak hebben en niet een lege?). In de wielerwereld heb je die helaas ook net als in de gewone grotemensenwereld. Uiteraard heb ik alleen sociale fietsvrienden. Ik wil ook graag een compliment uitdelen. Aan die mevrouw die ik toch 70+ schatte. U haalde mij in met windje tegen terwijl ik 30 op de teller had staan. Ik vind het een geweldige ontwikkeling die elektrische fietsen. Want iedereen, ook zonder onze stuurvaardigheid, kan daardoor nu ook met een gemiddelde van 30 op de klok thuiskomen. Net als wij na een extensieve duurtraining. Men past zich aan lijkt wel. Maar ik vrees dat, wanneer ze zo aan het gas blijven draaien, deze “benidorm bastards” binnenkort net als de wielrenners van de fietspaden verbannen gaan worden als het aan de fietsersbond ligt. Aan alle wandelaars en (argeloze) fietsers, dikke knuf, Dennis Om te knuffelen: U herkent mij aan mijn racefiets of ATB met bel en kuch, strak oranje shirt, strakke zwarte broek, geschoren benen, beetje grijzend….omgeving Egmond aan Zee
Dennis, Egmond
zondag 16 januari 2011
De één z'n dood......
Theo kiest een rondje Goeree en weet dat weer voortreffelijk uit te stippelen. Stukken zijwind en tegenwind worden afgewisseld door meer beschutte stukken en af en toe een draaitje gunstig op de wind. Een verademing, want achterin is het zenuwachtig rijden. Ben dat niet gewend en sommige van mijn fietsbroeders halen behoorlijke stunten uit. Kies eieren voor m'n geld, minder beschutting, meer wind, maar ook minder risico. Onze sterke mannen trekken er weer stevig aan, zo stevig dat Mas gaten moet laten vallen. Dat gaat weer gepaard met de nodige grote schreeuwen. Even later gaat ook bij Martin het lampje langzaam uit. De één z'n dood is de ander z'n brood, want nu kan ik even op adem komen. Als we vlak voor Krammer de polder uit komen en omhoog de dijk opgaan lost Martin definitief en moet ik kiezen. Aansluiten of bij Martin blijven. Het laatste maar, want velen zijn op dit rotstuk bezig te overleven en er wordt doorgereden. Gelukkig zijn Theo en Izak in een sociale bui, want alleen was het me niet gelukt met Martin terug te komen. Met stevige tegenwind de Krammer op betekent vechten voor een plekje. Weer een paar extra grijze haren, Mas en René rijden me de berm in. Even later gaat Henri ook zowat onderuit na een manoeuvre van Ad. Voorzitter Jacco vindt het de hoogste tijd om op de veiligheid te wijzen. Zelf neem ik het zekere voor het onzekere en schiet de brokkenpiloten voorbij voor een veiliger wiel. Op het eiland blijkt dat het toch zwaar was, ook René en Ad moeten lossen. De laatste kilometers, de sterke mannen leven zich nog even uit. Jacco laat zich terugzakken voor assistentie, ook netjes. In Smerdiek staat er een keurige 70km op de teller. Ook al was het zwaar, er gaat toch niks boven wat asfalt vreten.
Flakkee voor de zaterdag weer goed, maar op zondag er bijna gestorven
Mas en Jacco vonden Flakkee misschien wel een goed idee, natuurlijk altijd goed, maar betekent wel tegen wind terug, maar met 15 man moet dat geen probleem zijn, ook gelijk maar naar de afstand gevraagd, 70km vond men wel mooi.
Met een lekker tempo de Krammer over richting Den Bommel, tot nu toe zo'n beetje alles voor de wind gereden, maar nu in Den Bommel rechtsaf vol op de wind, de weg richting het viaduct over de N59 was nog breed genoeg, maar aan de andere kant begon het bal pas echt, sommigen hadden meer dan twee meter in breedte nodig om overeind te blijven.
In Oude-Tonge nog even gestopt om Rene de gelegenheid te geven zijn overschoen weer te fatsoeneren, om redelijk beschut door de zeedijk weer terug naar de Krammer te fietsen, hier moest Martin, die veel te weinig getraind had er af, Wim was bij hem gebleven, dus zelf even teruggezakt en de twee opgepikt.
De groep had niets in de gaten dus met het tempo wat Martin nog kon rijden zouden we er nooit weer bij komen, Izaak keek wel achterom en liet de rest wat tempo terug nemen.
In één groep de Krammer over , waarna Martin volledig leeg was en er niet meer fatsoenlijk gefietst kon worden.
Op de Krabbenkreek rechtsaf de Holarenweg in, waar Martin, Onno en Tineke rechtdoor naar Tholen gingen.
Het tempo werd weer opgevoerd naar zo'n 30p/u, met op het eind nog even naar de 35p/u met wind vol tegen.
Zoals beloofd na 70km weer terug in Café Smerdiek.
Zondagmorgen weer met Izaak op pad, in eerste instantie was het de bedoeling om richting Waarde te gaan, maar de wind kwam inmiddels pal uit het zuiden en om nu vanuit vertrek direct alleen maar tegen wind te rijden was zelfs voor ons te veel van het goede.
Dus halverwege naar Poortvliet linksaf de polder in en toch maar weer naar Flakkee.
Met een lekker gangetje naar de Krammer waar een mountainbiker naar beneden was gekomen en net draaide, om weer omhoog te gaan.
Met 33p/u bleef de afstand gelijk, dus even gas gegeven naar zo'n 40p/u en de Krammer op, bleef dat figuur nog in ons wiel ook, zal wel getraind zijn denk ik.
Via het buitendijkse fietspad naar Herkingen en doorgestoken naar Dirksland, om vanaf daar alleen nog maar wind tegen te hebben, bij Nieuwe-Tonge nog een lusje en terug naar de Krammer waar de wind nog een tandje aangetrokken vol tegen stond.
Bij RPM bouw je een aardige conditie op, maar de pijn die Izaak en ik in de benen voelden die train je er met RPM ook niet uit.
Over de dam bleef het vol tegen, waardoor we 30p/u ook niet konden vast houden, gelukkig hadden we richting Stalland schuin tegen en konden we weer in ons ritme komen.
Bij aankomst bij Bas de Man 70km op de teller, die behoorlijk zwaarder waren dan de negentig van vorige week en 70 van gister, oftewel alle bij gesloopt.
Maar dat mag de pret niet drukken, van week weer een paar uur RPM en zaterdag en zondag weer buiten.
zondag 9 januari 2011
Eerste rit 2011
Dankzij dat het zonnetje flauw scheen viel de temperatuur niet tegen, met wind pal uit het westen richting Flakkee, via Oude-Tonge richting Achthuizen, waar we op de gok een weggetje insloegen richting de zeedijk.
Aan het einde jammer genoeg een klaphek, maar dat was verder geen probleem.
Op de dijk konden we kiezen links of rechts, we kozen voor rechts, want ik was benieuwd waar we er bij Oude-Tonge dan op konden komen.
Met wind vol tegen kwamen we na een kilometer of drie bij de sluis van Oude-Tonge en dat was het dan, alleen een koeienpad naar de weg.
Dus gekeerd maar wel voor de wind terug, dat scheelde, op het beginpunt dus de andere kant op, een pracht stuk om te fietsen zo langs het zoommeer, na zo'n vier kilometer de keus om de dijk te volgen richting Ooltgensplaat, maar met nog de nodige kilometers tegen wind in het vooruitzicht gekozen om richting Achthuizen te gaan, vanaf daar naar Den Bommel, waar Izaak precies in het fietstunneltje lek reed.
Na de bandenwissel naar Stad aan 't Haringvliet en doorgestoken via Nieuwe-Tonge naar Herkingen en daar weer het buitendijkse fietspad genomen naar de Krammer.
De laatste vijftien kilometer nog flink wind tegen, maar met kop over kop konden we mooi zo'n 33p/u aanhouden.
Na precies 90 kilometer bij café Havenzicht een paar schrobbelaars en een bak uiensoep genomen, hadden we wel verdiend, want het was toch wel te voelen in de benen.
Jammer genoeg is het buitendijkse pad niet goed genoeg (je moet twee keer door een klaphek) om met 10 man te rijden, maar voor een zondag rit met een paar man is het weer een mooi alternatief, zeer zeker als de weersomstandigheden beter zijn, dan ga ik hem zeker een keer tot Ooltgensplaat rijden.
Zaterdag hopelijk weer met de club en kilometers maken voor de Koos Moerenhout classic van begin mei.